4.8 spelling (deel 2)

4.8 spelling 
Leg je boek/
laptop/ 
schrift/
pen op tafel
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.8 spelling 
Leg je boek/
laptop/ 
schrift/
pen op tafel

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les...
  • kun je zelfstandig naamwoorden in het meervoud spellen

Wie weet er een voorbeeld?

Slide 2 - Diapositive

Herhaling
Blozen
Melden
Barsten
Verven
Start
Vertalen
Bereiken
Breien
Hechten
Stam
Wij-vorm v.t.
Ik-vorm v.t.
Ik-vorm t.t.

Slide 3 - Diapositive

4.8 Zwakke werkwoorden
Stap 1: Je kijkt naar de stam van het hele werkwoord.
Stap 2: Staat de laatste letter van de stam in 't k.fsch.p x?
Ja?    ->      ik-vorm + te
Nee? ->     ik-vorm + de

Stap 3: Is het de 'wij-vorm'? 
Ja?    -> + n
Voorbeeld: Werkwoord blozen
 
Stap 1: Stam =                               bloz
Stap 2: Nee, ik-vorm + de          bloosde
Stap 3: Ja, wij-vorm                     bloosden

Slide 4 - Diapositive

Maken 4.8

Spelling 4.8: Opdracht 1, 3, 4, 5, 6

Grammatica: 4.7 Opdracht 1, 3, 4, 5, 6, 9, 11, 14

Slide 5 - Diapositive

Jara en Veerle (verven) hun kamer.

Slide 6 - Question ouverte

6. Als de laatste letter in x 't kofschip staat, komt er -de(n) achter.
5. Wij fietsden naar school. 
4. Gaan is een zwak werkwoord.
3. Ik vliegde naar Spanje
2. Hij wasten zich
1. Een werkwoord in de verleden tijd verandert altijd van klank
7. Zwakke werkwoorden:
botsen, fietsen en zwemmen
9. 1B2 klopden op de deur.
8. Een zwak werkwoord veranderd van klank.
Pak een stift en geef aan wat er fout is

Slide 7 - Diapositive

4.8 spelling 
Leg je boek/
laptop/ 
schrift/
pen op tafel

Slide 8 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les...
  • kun je zelfstandig naamwoorden in het meervoud spellen

Wie weet er een voorbeeld?

Slide 9 - Diapositive

V.t. Hij voeren
A
voerten
B
voerte
C
voerde
D
voerden

Slide 10 - Quiz

V.t. Wij zetten
A
zetten
B
zette
C
zete
D
zeten

Slide 11 - Quiz

V.t. Kirsten wassen
A
wasste
B
wassten
C
waste
D
wasden

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

M.v. zee

Slide 14 - Carte mentale

Meervoud van zn (kader)
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ee
Deze woorden krijgen in het meervoud -ën: zee – zeeën; idee – ideeën.

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ie
• Als de klemtoon op de laatste lettergreep met -ie ligt, schrijf je -ën achter het enkelvoud:
melodie – melodieën; knie - knieën.
• Als de klemtoon niet op de lettergreep met -ie ligt, schrijf je - ̈n achter het enkelvoud:
provincie – provinciën; bacterie – bacteriën.

Wist je dat:
Twee puntjes op een letter (bijvoorbeeld op de -ë) wordt een trema genoemd.


Slide 15 - Diapositive

M.v. slee
A
slëeen
B
sleëen
C
sleeën

Slide 16 - Quiz

M.v. industrie
A
industrieën
B
industriëen
C
industriën

Slide 17 - Quiz

Maken 4.8
Spelling 4.8: Opdracht 1, 3, 4, 5, 6


Grammatica: 4.7: Opdracht 1, 3, 4, 5, 6, 9, 11, 14
Spelling 4.8: Opdracht 7, 8, 9, 10 en 12

Klaar? Maken: Test jezelf! of Numo

Slide 18 - Diapositive

Lesdoelen check!

Slide 19 - Diapositive

4. bacterie
10. Paraplu
6. Vlinder
9. hobby
2. zee
7. Blik
5. knie
8. Man
1. provincie
3. melodie
Schrijf de juiste meervoudsvormen op!
1k

Slide 20 - Diapositive