De Taaltoets-pabo haal je zo les 4

Les 4
De taaltoets-pabo haal je zo

Formuleren
Interpunctie
Ruimte voor vragen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les 4
De taaltoets-pabo haal je zo

Formuleren
Interpunctie
Ruimte voor vragen

Slide 1 - Diapositive

Als of dan?
Zo groen ALS gras.
(gelijkheid)
Ik ben net zo groot als mijn broer

Groter DAN mijn broer.
(groter, kleiner, dikker, beter, slechter etc...)
Ik ben groter dan mijn broer.

Slide 2 - Diapositive

Als of dan?

A
Het meisje is even groot dan de jongen.
B
Het meisje is even groot als de jongen.

Slide 3 - Quiz

Als of dan?
A
Dit snoepje is veel zuurder als die gele.
B
Dit snoepje is veel zuurder dan die gele.

Slide 4 - Quiz

Hun of zij?
A
Zij komen daar echt nooit.
B
Hun komen daar echt nooit.

Slide 5 - Quiz

Hun is NOOIT onderwerp

Slide 6 - Diapositive

Het escaleert volledig uit de hand.
A
Contaminatie
B
Pleonasme

Slide 7 - Quiz

Contaminatie
Verhaspeling van twee woorden of uitdrukkingen.

Het escaleert volledig uit de hand. 
=
Het loopt volledig uit de hand. 
Het escaleert volledig.

Slide 8 - Diapositive

Contaminatie


Je moet uitselecteren welke kleren je meeneemt. 
Je moet uitzoeken welke kleren je meeneemt
Je moet selecteren welke kleren je meeneemt

Slide 9 - Diapositive

Pleonasme
De witte sneeuw
De mondelinge bespreking
Het groene gras
De ronde cirkel


Slide 10 - Diapositive

"Aanhalingstekens"
Gebruik je aan het begin en eind van een citaat. Een citaat is een zin die iemand zo letterlijk gezegd heeft. 
De aanhalingstekens komen na de punt of het uitroepteken/vraagteken. 

Slide 11 - Diapositive

Wat is goed?
A
Hij zei: "ik heb er zoveel zin in!"
B
Hij zei: "Ik heb er zoveel zin in"!
C
Hij zei: "Ik heb er zoveel zin in!"
D
Hij zei: 'Ik heb er zoveel zin in!'

Slide 12 - Quiz

Wanneer gebruik je een dubbele punt?
A
Aan het begin van een citaat.
B
Aan het begin van een opsomming.
C
Voor het aankondigen van een omschrijving of conclusie.

Slide 13 - Quiz

Komma
Een komma gebruik je als je een natuurlijke pauze in een zin hoort. 

Wij weten dat de leerlingen die zich op straat prima redden, door hun slechte taalbeheersing vaak in een laag schooltype terechtkomen. 

Slide 14 - Diapositive

Komma
Een komma gebruik je tussen twee persoonsvormen.

Als ik hem zie, zal ik het hem vragen. 

Slide 15 - Diapositive

Komma
Zet niet teveel komma's in één zin! 

Eentje of maximaal twee. 

Slide 16 - Diapositive

De taaltoets-pabo haal je zo
Wat hebben we behandeld de afgelopen vier lessen?

Les 1 --> Spelling
Les 2 --> Taalkundig ontleden en redekundig ontleden
Les 3 --> Formuleren
Les 4 --> Interpunctie

Slide 17 - Diapositive

Oefenen!
Maak alle oefeningen van blz. 75 - 104

Eindtoets blz. 187 - 198

Scorelijst eindtoets blz. 200

Slide 18 - Diapositive

Ik heb wat gehad aan deze vier lessen
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage

Vier lessen en het huiswerk was voldoende om de theorie te behandelen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Vragen?
Blijf hangen als je vragen hebt. 

Geen vragen? Dan wens ik je nog een fijne middag!

Bedankt!

Slide 21 - Diapositive