H2 cellen les 7 (paragraaf 2.5)

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

In welk type cel kan de eiwitproductie sneller op gang komen?
A
In prokaryoten
B
In eukaryoten
C
Maakt niet uit

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Autotroof en heterotroof

Slide 5 - Diapositive

4 rijken






celwand,   bladgroenkorrels, autotroof/heterotroof

Slide 6 - Diapositive

Dus... wat zijn mensen? Autotroof of heterotroof? Of soms de ene en soms de andere?
A
Autotroof
B
Heterotroof
C
Soms autotroof sons heterotroof

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Waarom werken antibiotica niet tegen schimmelcellen en mensencellen maar wel tegen bacteriecellen?
A
Bacteriën hebben een celwand en mensen en schimmels niet
B
Bacteriën hebben geen DNA en mensen en schimmels wel
C
Bacteriën hebben geen celkern en mensen en schimmels wel
D
Bacteriën hebben een andere samenstelling van celwand dan schimmels, mensen hebben geen celwand

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

of
plastide of opgeloste kleurstof?
Snijd een stukje af. Krijg je gekleurde vingers? Dan zat de kleurstof opgelost in de cel (in de vacuole). Krijg je geen kleur op je vingers? Dan zat de kleurstof in een plastide (chromoplast of chloroplast)

Slide 14 - Diapositive

Bacteriecel
Prokaryoot
Eukaryoot
Meercellig
Eencellig
Celkern
Celwand
Autotroof
Heterotroof

Slide 15 - Question de remorquage

Schimmelcel
Prokaryoot
Eukaryoot
Meercellig
Eencellig
Celkern
Celwand
Autotroof
Heterotroof

Slide 16 - Question de remorquage

Plantencel
Prokaryoot
Eukaryoot
Meercellig
Eencellig
Celkern
Celwand
Autotroof
Heterotroof

Slide 17 - Question de remorquage

Dierlijke cel
Prokaryoot
Eukaryoot
Meercellig
Eencellig
Celkern
Celwand
Autotroof
Heterotroof

Slide 18 - Question de remorquage

Als je een sinaasappel schilt, krijg je geen oranje vingers. Als je een rode biet doorsnijdt, krijg je wel rode vingers. Waarin bevindt zich de kleurstof in de sinaasappel?

Slide 19 - Question ouverte