3: H6 + H11, les 3: Chemische warmte, verbrandingswarmte en omrekenen

H6 + H11, les 3: Chemische warmte, verbrandingswarmte en omrekenen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H6 + H11, les 3: Chemische warmte, verbrandingswarmte en omrekenen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen van deze les
- Je weet welke brandstoffen warmte geven, zoals aardgas of benzine.
- Je kunt berekenen hoeveel warmte een brandstof oplevert.
- Je snapt waarom een gasbrander lucht nodig heeft om goed te werken.
- Je kunt graden Celsius omrekenen naar kelvin en andersom.

Slide 2 - Diapositive

Wat is chemische energie?
Chemische energie zit opgeslagen in brandstoffen.
Energie die ergens in opgeslagen zit is altijd chemische energie.

Energie in eten, in hout, in brandstof, in een accu en veel meer.
 
Bij verbranding komt deze energie vrij als warmte.
Voorbeelden: aardgas, benzine, hout.

Slide 3 - Diapositive

Brandstoffen die warmte geven
Verschillende brandstoffen die warmte afgeven:

Aardgas: verwarming, koken
Benzine: auto's
Diesel: vrachtwagens
Hout: open haard
Kaarsvet: kaarsen

Slide 4 - Diapositive

Warmte berekenen uit brandstof

Warmte (Q) = verbrandingswarmte × hoeveelheid brandstof
Eenheid: Q in joule (J) of kilojoule (kJ)

Slide 5 - Diapositive

Berekeningsvragen
Warmte berekenen
Vraag 1 – Aardgas
Een verwarmingstoestel verbruikt 800 cm³ aardgas.
Bereken hoeveel warmte er vrijkomt.
Geef je antwoord in joule (J). Tip: gebruik binas, tabel 19.

Slide 6 - Diapositive

Aanpak
Vraag 1 – Aardgas
Een verwarmingstoestel verbruikt 800 cm³ aardgas.
Bereken hoeveel warmte er vrijkomt.
Geef je antwoord in joule (J). 
Tip: gebruik binas, tabel 19.
 Antwoord:

Slide 7 - Diapositive

Reactievergelijking aardgas
Aardgas bestaat vooral uit methaan (CH₄).
Volledige verbranding:
Methaan + zuurstof -> koolstofdioxide + water

Onvolledige verbranding:
Methaan + (niet genoeg) zuurstof -> koolstofmono-oxide + water


Slide 8 - Diapositive

Koolstofdioxide vs. Koolstofmono-oxide

- Volledige verbranding: Koolstofdioxide ontstaat
Koolstofdioxide = CO2
- Onvolledige verbranding (te weinig zuurstof): koolstofmono-oxide ontstaat
Koolstofmono-oxide = CO
CO is giftig en geurloos → gevaarlijk & dodelijk!

Slide 9 - Diapositive

Gasbrander en luchttoevoer
- Blauw vlammetje: voldoende lucht, volledige verbranding
- Geel vlammetje: weinig lucht, onvolledige verbranding
- Meer lucht = hetere en veiligere vlam

Slide 10 - Diapositive

Gasbrander en luchttoevoer
- Blauw vlammetje: voldoende lucht, volledige verbranding
- Geel vlammetje: weinig lucht, onvolledige verbranding
- Meer lucht = hetere en veiligere vlam

Slide 11 - Diapositive

Graden Celsius en Kelvin
T(K) = T(°C) + 273
T(°C) = T(K) - 273
Voorbeeld 1: 25 °C = 298 K
Voorbeeld 2: 310 K = 37 °C

Slide 12 - Diapositive

Oefenvragen Celsius ↔ Kelvin
Omrekenen van K naar °C:
1: In een laboratorium is de temperatuur 293 K. Hoeveel graden Celsius is dat?

2: Een stof smelt bij 273 K. Wat is deze temperatuur in °C?

3: Een gas wordt pas vloeibaar bij 150 K. Wat is deze temperatuur in graden Celsius?


Slide 13 - Diapositive

Oefenvragen Celsius ↔ Kelvin
Omrekenen van °C naar K:
1: De temperatuur in een koelkast is 4 °C. Wat is dit in Kelvin?

2: Tijdens een practicum meten leerlingen een temperatuur van 100 °C. Zet deze temperatuur om naar Kelvin.

3: Op een winterdag is het -20 °C buiten. Hoeveel Kelvin is dat?


Slide 14 - Diapositive

Wat gaan we nu doen?
Hoofdstuk 6, paragraaf 2
De volgende opdrachten ga je maken:
1
6
8
9
12

Slide 15 - Diapositive



Opdrachten maken 

Maak de volgende opdrachten van:
Hoofdstuk 6: Warmte
Paragraaf 2: Chemische warmte

Maak:

Opdracht 1 tot en met 12


Samenvatting maken

Maak een duidelijke samenvatting van de leerdoelen van deze les:
- Je weet welke brandstoffen warmte geven, zoals aardgas of benzine.
- Je kunt berekenen hoeveel warmte een brandstof oplevert.
- Je snapt waarom een gasbrander lucht nodig heeft om goed te werken.
- Je kunt graden Celsius omrekenen naar kelvin en andersom.

Wat gaan we nu doen?

Slide 16 - Diapositive

Begrippenlijst

Slide 17 - Diapositive

Afsluitingsvragen
1. Noem drie brandstoffen die warmte geven.
2. Bereken hoeveel warmte vrijkomt bij 2 m³ aardgas (32 MJ/m³).
3. Wat is 150 °C in Kelvin?
4. Wat gebeurt er bij onvolledige verbranding?


Slide 18 - Diapositive