Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
13-03 Examen les 2 Zoekend lezen
Pak je laptop en meld je vast aan in deze Lessonup.
1 / 43
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Cette leçon contient
43 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Pak je laptop en meld je vast aan in deze Lessonup.
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel:
Aan het einde van deze twee lessen weet je hoe je zoekend moet lezen om informatie in een (examen) tekst te vinden.
Slide 2 - Diapositive
Les 2 - tekst 'Portugal'
Slide 3 - Diapositive
Les 2 - Aan het werk
Lezen: Portugal
Slide 4 - Diapositive
De violetkleurige jacarandabomen bloeien in mei.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Onno en Dian zijn drie jaar lid van de ANWB. Ze boeken deze reis en ze mogen gratis 40 kilo ruimbagage meenemen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
In februari is het zeewater in de Algarve het koudst.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
In de Algarve is het normaal als er in november tussen de 67 mm en 100 mm neerslag valt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
De stenen van het monument Cromeleque dos Almendres staan in rijen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
De stad Tavira ligt in het binnenland van de Algarve.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
De juwelenkist van Lagos is een andere naam voor de Antoniuskerk in Lagos.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Voor gezinnen zijn de stranden tussen Faro en de Spaanse grens een aanrader.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Tijdens deze 10-daagse reis verblijf je in vier verschillende hotels.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Hoeveel vragen had je juist beantwoord?
Minder dan 6
6
7
8
9
Slide 14 - Sondage
Deel 2 van de les
Slide 15 - Diapositive
Signaalwoorden – je kunt ze beschouwen als de verkeersborden van je tekst
Slide 16 - Diapositive
Signaalwoorden
Signaalwoorden of verbindingswoorden geven de lezer een
seintje
dat een
zin of een alinea:
een opsomming,
een tijdsvolgorde
een voorbeeld geeft.
Door signaalwoorden kun je de tekst beter begrijpen en kun jij zelf betere teksten schrijven.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Wat is een signaalwoord?
Verbindingswoorden
Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en/of alinea’s
Slide 19 - Diapositive
Signaalwoorden
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden
Slide 20 - Diapositive
Tijd
voordat, nadat, eerst, daarna, vervolgens, wanneer, vroeger.
Voordat
hij naar school gaat, poetst hij zijn tanden.
Slide 21 - Diapositive
Opsomming
en, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens
Ik hou van voetbal:
ten eerste
is het gezond,
ten tweede
ben je lekker buiten
en
je werkt samen aan de overwinning.
Slide 22 - Diapositive
Voorbeeld/ toelichting
een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals
Mijn broer speelt graag games,
zoals
Call of Duty en GTA.
Slide 23 - Diapositive
Oorzaak – gevolg
door, doordat, waardoor, te danken aan
Ik was veel te laat voor de les,
doordat
mijn zus de badkamer bezet hield en ik op haar moest wachten.
Oorzaak = wachten op zus
Gevolg = te laat in de les
Slide 24 - Diapositive
Tegenstelling
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e), maar
Deze vakantiebestemming is oké,
maar
vind ik de vorige bestemming veel leuker!
Slide 25 - Diapositive
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van, zodat
Zij leert elke avond voor haar autotheorie,
zodat
ze haar rijbewijs snel haalt.
Doel = rijbewijs halen. Middel = elke avond leren
Slide 26 - Diapositive
Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers.
Ik hou van honden,
omdat
ze goed luisteren en je ze dingen kunt leren.
Slide 27 - Diapositive
Voorwaarde
Als... dan..., wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat
Als
je goed luistert,
dan
weet je wat hij bedoelt.
Slide 28 - Diapositive
Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat
Kortom
, signaalwoorden en tekstverbanden zijn niet zo ingewikkeld als veel leerlingen vaak denken.
Slide 29 - Diapositive
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen.
B
Ze geven een signaal, zodat je weet waar je gebleven bent met lezen.
C
Ze geven voor welk publiek de schrijver de tekst heeft geschreven.
D
Woorden die extra informatie geven
Slide 30 - Quiz
'verder' is een signaalwoord van opsomming.
A
waar
B
niet waar
Slide 31 - Quiz
Wat is/ zijn een signaalwoord(en) van: opsommend verband?
A
Ten eerste
B
Bijvoorbeeld
C
Zo
D
tenslotte
Slide 32 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
maar
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 33 - Quiz
wat is een signaalwoord van: OPSOMMING
A
ook
B
maar
C
al met al
D
zoals
Slide 34 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
daarnaast
C
echter
D
zo
Slide 35 - Quiz
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'tijdsvolgorde'?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan
Slide 36 - Quiz
Signaalwoord
Geen signaalwoord
ook
aan
word
zo
maar
slecht
Slide 37 - Question de remorquage
Signaalwoorden
van
voorbeeld
Signaalwoorden
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook
Slide 38 - Question de remorquage
Welk tekstverband hoort bij het tekstverband 'tijdsvolgorde'?
A
Terwijl
B
Daarnaast
C
Toch
D
Bovendien
Slide 39 - Quiz
Dus dit was de herhaling over tekstverbanden.
Wat is het tekstverband?
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
conclusie
D
opsomming
Slide 40 - Quiz
" Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden."
Wat is het tekstverband?
A
tegenstelling
B
conclusie
C
voorbeeld
D
opsomming
Slide 41 - Quiz
Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden.
Wat is het tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
Concluderend verband
Slide 42 - Quiz
Tekstverbanden, het signaalwoord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
uitleggend
C
tegenstellend
D
redengevend
Slide 43 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Het beschrijvend verband
March 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Leesvaardigheid: Signaalwoorden en tekstverbanden
March 2025
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Leesvaardigheid: Signaalwoorden en tekstverbanden
February 2025
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
H 4, p 3 (6/5 of 9/5)
28 days ago
- Leçon avec
29 diapositives
2bk: Signaalwoorden en verbanden H3
27 days ago
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Leesvaardigheid: Signaalwoorden en tekstverbanden_klas 2
22 days ago
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
2.3 lezen Talent
November 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2,3
1.3 lezen Talent
November 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2,3