Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
4.2 Wat valt er te kiezen?
Politiek
4.2
Wat valt er te kiezen?
1 / 51
suivant
Slide 1:
Diapositive
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Cette leçon contient
51 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
5 vidéos
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Politiek
4.2
Wat valt er te kiezen?
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Democratie
Nederland is een
democratie
.
Democratie
De bevolking heeft invloed op politieke besluiten.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Directe democratie:
Als burgers zelf mogen stemmen over een nieuwe wet of lastige politiek probleem.
Een voorbeeld hiervan is een
referendum
:
een volksstemming over een belangrijk onderwerp
.
Slide 7 - Diapositive
Indirecte democratie:
Het is onmogelijk om met 17 miljoen mensen over alles te stemmen.
Wij (het volk) kiezen daarom
volksvertegenwoordigers (gekozen politici).
Zij nemen namen ons de besluiten. Dit noem je een
indirecte democratie.
Slide 8 - Diapositive
Volksvertegenwoordigers
Tweede Kamer
Slide 9 - Diapositive
Actief kiesrecht:
Het recht om te mogen stemmen
Passief kiesrecht:
het recht om je verkiesbaar te stellen
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Vidéo
4.2 Wat valt er te kiezen
politieke stromingen
Sociaal-democratie (links)
solidariteit
klaarstaan voor mensen met wie het niet zo goed gaat. (zorg kosten, bijstand, uitkeringen)
gelijkwaardigheid
dat iedereen gelijke kansen moet krijgen. (onderwijs, zorg)
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
4.2 Wat valt er te kiezen
politieke stromingen
Liberalisme (rechts)
Economische vrijheid
met zo min mogelijk regels je eigen geld verdienen. (bv lonen )
persoonlijke vrijheid
de vrijheid om te leven zoals je wil. (abortus, homohuwelijk)
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
4.2 Wat valt er te kiezen
politieke stromingen
Christen-democratie (midden)
Een stroming met de bijbel als uitgangspunt.
naastenliefde
burgers moeten voor elkaar zorgen en elkaar helpen.
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
4.2 Wat valt er te kiezen
links, midden, rechts
Linkse partijen
actieve overheid, verschillen tussen arm en rijk verkleinen.
rechtse partijen
passieve overheid, burgers zorgen voor zichzelf.
midden partijen
de overheid moet alleen helpen als het mensen zelf niet lukt.
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
4.2 Wat valt er te kiezen
populisme
Sommige partijen horen niet bij een stroming, dan delen we ze in bij populisme.
populisme
ze zeggen dat ze opkomen voor de belangen van het volk.
niet links of rechts, maar vaak nationalistisch. (cultuur belangrijk, tegen immigratie, Europa)
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
1. De politiek bemoeit zich met dingen die van algemeen belang zijn. Welk van de volgende voorbeelden is hier een voorbeeld van
A
Er zijn te weinig woningen beschikbaar in de grote steden
B
In het weekend is er in heel Nederland veel regen gevallen
C
Oliemaatschappij Shell leidt grote verliezen
D
Veel mensen willen vakantie vieren in het buitenland
Slide 28 - Quiz
Tot welke richting (links, rechts, midden) en stroming (christendemocraten, liberalen, sociaaldemocraten) behoort de VVD?
Slide 29 - Question ouverte
Tot welke politieke richting en stroming behoort PvdA?
Slide 30 - Question ouverte
Willen linkse partijen een actieve of passieve overheid?
Slide 31 - Question ouverte
Voor welke politieke richting is naastenliefde de belangrijkste waarde?
Slide 32 - Question ouverte
De overheid kan burgers plichten opleggen. Dit gebeurt:
A
in een dictatuur
B
Democratie
C
In beide
Slide 33 - Quiz
Leg uit waarom Nederland een democratie is:
Slide 34 - Question ouverte
Wat past bij de democratie
A
Het volk bepaalt (mee)
B
Één iemand is de baas
C
Het is een autoritaire staat
Slide 35 - Quiz
Waarom hebben we een indirecte democratie?
Slide 36 - Question ouverte
Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
Het kabinet regeert
C
God regeert
D
Het volk regeert
Slide 37 - Quiz
Athene had een (...) democratie, Nederland heeft een (...) democratie
A
Indirecte, directe
B
Directe, indirecte
Slide 38 - Quiz
Welke partij is Links?
A
B
C
D
Slide 39 - Quiz
Welk stand punt past bij "Links"?
A
Hard werkend Nederland moet worden beloond
B
Zwakkeren in de maatschappij moet je zoveel mogelijk helpen
Slide 40 - Quiz
Welke partij is Rechts?
A
B
C
D
Slide 41 - Quiz
"Ondernemers in de horeca sector moeten meer financiële steun krijgen van de overheid!"
A
Liberalisme
B
Sociaal-democratie
C
Christen-democratie
Slide 42 - Quiz
"Niet de overheid, maar de ondernemers zelf moeten besluiten of ze open of gesloten willen blijven"
A
Liberalisme
B
Sociaal-democratie
C
Christen-democratie
Slide 43 - Quiz
"Horecaondernemers moeten voor elkaar zorgen en elkaar ondersteunen om open te blijven"
A
Liberalisme
B
Sociaal-democratie
C
Christen-democratie
Slide 44 - Quiz
Benoem een onderdeel van rechtse politiek?
A
Iedereen betaalt evenveel belasting
B
Rijke mensen mogen hun geld houden
C
De overheid gaat uit van eigen verantwoordelijkheid
D
De overheid komt op voor de kwetsbare mensen
Slide 45 - Quiz
Benoem een onderdeel van de linkse politiek?
A
Alle bedrijven moeten meer belasting betalen
B
De overheid moet mensen helpen die kwetsbaar zijn
C
Minder belasting innen
D
Iedereen krijgt hetzelfde betaald
Slide 46 - Quiz
In een democratie mag de bevolking om de paar jaar stemmen. Zij kiezen dan:
A
de ambtenaren
B
de grondwet
C
de politici
D
de dictatuur
Slide 47 - Quiz
In Nederland mag je stemmen als je ……… bent en een Nederlands paspoort hebt.
Welke woorden zijn weggelaten?
A
16
B
18
C
21
Slide 48 - Quiz
Hoe worden de mensen van de tweede kamer ook wel genoemd
A
Volksvertegenwoordigers
B
Ministers
Slide 49 - Quiz
De bevolking kiest de Tweede Kamer.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 50 - Quiz
Hoeveel stemmen heb je nodig voor een meerderheid in de Tweede Kamer?
A
50
B
75
C
76
D
125
Slide 51 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
3. Politieke partijen en -stromingen
January 2017
- Leçon avec
22 diapositives
par
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Maatschappijleer
Politiek en beleid: Politieke partijen en stromingen
May 2016
- Leçon avec
19 diapositives
par
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Maatschappijleer
4.2 Wat valt er te kiezen? 2425
September 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
4.2 Wat valt er te kiezen?
February 2025
- Leçon avec
27 diapositives
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?
September 2021
- Leçon avec
45 diapositives
par
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?
September 2021
- Leçon avec
42 diapositives
par
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
4.2 Wat valt er te kiezen?
May 2025
- Leçon avec
16 diapositives
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
4.2 Wat valt er te kiezen?
January 2025
- Leçon avec
19 diapositives
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3