Blok 3 week 3 les 2
1 / 19
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 2 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
de eendenkooien
de eendenkooien
Slide 3 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 4 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
verschrikkelijk
verschrikkelijk
Slide 5 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 6 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
de kilo
de kilo
Slide 7 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 8 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
de kikkers
de kikkers
Slide 9 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 10 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
de libel
de libel
Slide 11 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 12 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
juni
juni
Slide 13 - Question ouverte
Luister naar de zin en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 14 - Question ouverte
Typ de zin nu nog een keer goed:
Er zwemt een eendje in de stromende beek.
Er zwemt een eendje in de stromende beek.
Slide 15 - Question ouverte
Wat is het werkwoord in deze zin?
Er zwemt een eendje in de stromende beek.
Er zwemt een eendje in de stromende beek.
Slide 16 - Question ouverte
Staat beek in enkelvoud of meervoud?
Er zwemt een eendje in de stromende beek.
Er zwemt een eendje in de stromende beek.
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 17 - Quiz
Wat is het meervoud van 'de beek'?
(let op het lidwoord!)
(let op het lidwoord!)
Slide 18 - Question ouverte
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin? Er zwemt een eendje in de stromende beek.
