B5 - H7 T.T & V.T

Werkwoorden in de T.T & V.T
Pit - B5 - H7
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Werkwoorden in de T.T & V.T
Pit - B5 - H7

Slide 1 - Diapositive

T.T. of V.T.?
Gisteren sliepen we samen in één tent.
A
Tegenwoordige tijd (T.T.)
B
Verleden tijd (V.T.)

Slide 2 - Quiz

Wat is het werkwoord?
Eergisteren riep Jamal naar mij.

Slide 3 - Carte mentale

...... komt de juf langs met broodjes.
A
straks
B
net

Slide 4 - Quiz

Zet de zin in de t.t.
Devi ging vroeg naar school.

Slide 5 - Question ouverte

T.T. of V.T.?
Volgend jaar gaat de club verbouwen.
A
Tegenwoordige tijd (T.T.)
B
Verleden tijd (V.T.)

Slide 6 - Quiz

Wat is het werkwoord?
Straks laat ze de hond uit.

Slide 7 - Carte mentale

Hij had ...... pianoles.
A
morgen
B
gisteren

Slide 8 - Quiz

Zet de zin in de v.t.
Paul voetbalt op het fietspad.

Slide 9 - Question ouverte

T.T. of V.T.?
Overmorgen lopen we 15 kilometer.
A
Tegenwoordige tijd (T.T.)
B
Verleden tijd (V.T.)

Slide 10 - Quiz

Wat is het werkwoord?
De burgemeester liep
naar de microfoon.

Slide 11 - Carte mentale

Jamal kreeg ...... een nieuwe fiets.
A
volgende week
B
vorige week

Slide 12 - Quiz

Zet de zin in de t.t.
Raoul tekende een portret

Slide 13 - Question ouverte

T.T. of V.T.?
Kort geleden zocht de school een overblijfjuf.
A
Tegenwoordige tijd (T.T.)
B
Verleden tijd (V.T.)

Slide 14 - Quiz

Wat is het werkwoord?
Binnenkort krijgen
de kinderen muziekles.

Slide 15 - Carte mentale

De bel gaat .........
A
over een minuut
B
een minuut geleden

Slide 16 - Quiz

Zet de zin in de v.t.
Serap is boos.

Slide 17 - Question ouverte

T.T. of V.T.?
Vroeger sloef de deur door de wind hard dicht.
A
Tegenwoordige tijd (T.T.)
B
Verleden tijd (V.T.)

Slide 18 - Quiz

Wat is het werkwoord?
Hij was eerst heel onzeker.

Slide 19 - Carte mentale

Paul zit ...... bij ons in de klas.
A
nu
B
voorheen

Slide 20 - Quiz