Leerjaar 1 KGT, 8.6 Formules veranderen

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  • Leerdoelen van de les;
  • Huiswerk controle;
  • Herhaling 8.1 t/m 8.5;
  • Uitleg 8.6;
  • Aan de slag;
  • Afsluiting van de les;
Toets H8 Formules -> Woensdag 28 mei

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen van de les
Aan het einde van de les:

  • Kun je een formule aanpassen met de gegevens uit de opdracht;
  • Kun je rekenen met een aangepaste formule;

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk controle
Huiswerk voor deze les:

- 8.4 opdr. 23 t/m 29 (Blz. 169 t/m 175)
- 8.5 opdr. 31 t/m 36 (Blz. 176 t/m 179) 
- Nakijken van de opdrachten van 8.4 + 8.5

Tijdens het zelfstandig werken kom ik de opdrachten controleren

Slide 4 - Diapositive

Joëlla werkt bij POST NL.
Ze bezorgt op woensdag 31 pakketjes en op vrijdag bezorgt ze er 56.
Hoeveel heeft ze verdiend op woensdag? -> BEREKENING!
Gebruik de formule:
Inkomsten in € = 7,80 + 2,90 x aantal pakketten

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het stijg- of daalgetal in deze formule?

Aantal liters = 1269 - 4,20 x tijd in uren

Slide 6 - Question ouverte

Finn werkt bij Picnic en bezorgt boodschappen.
Hij wil graag zijn inkomsten berekenen met de formule:
Inkomsten in € = 4,22t + 3,60
t = tijd in uren.
Hoeveel verdient Finn als hij op zondag 5 uur werkt? -> BEREKENING!!

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het begingetal van deze formule?
Inkomsten in € = 10,20t + 9,77
t = tijd in uren

Slide 8 - Question ouverte

Uitleg 8.6
Uitleg 8.4 -> tekenen

Slide 9 - Diapositive

Mevrouw Bruintjes gaat met de trein naar Eindhoven, dat is 121 km.
Ze gebruikt hiervoor de formule:
Reistegoed in € = 50 - 0,19a
a = afstand in km
Hoeveel euro reistegoed heeft ze over als ze in Eindhoven is? -> BEREKENING!

Slide 10 - Question ouverte

Mevrouw Bruintjes gaat in de vakantie weer naar Eindhoven.
Ze gebruikt weer de formule:
Reistegoed in € = 50 - 0,19a
a = afstand in km
Ze laadt haar OV-tegoed op met €10,00 en de NS verhoogd het tarief per km met €0,02 cent.
Wat wordt de nieuwe formule die mevrouw Bruintjes kan gebruiken?

Slide 11 - Question ouverte

Aan de slag




Wat? ->  Maken: 8.6 opdr. 37 t/m 42 (blz. 180 t/m 183) + nakijken
                  Lezen: Theorie F van 8.6
Waar? -> In je ruitjesschrift / in je werkboek (dingen invullen)
Wanneer?  -> Deze les. Alles wat niet af is, is huiswerk voor vrijdag 23 mei
Wat heb je nodig? -> Pen, potlood, geodriehoek/liniaal en rekenmachine
Klaar? -> Nakijken. Doornemen samenvatting H6



Niet overleggen, geen vragen             -->
Niet overleggen, wel vragen                -->
Overleg én vragen wel toegestaan    -->

Slide 12 - Diapositive

Afsluiting van de les
Vragen?
Leerdoelen behaald?

Voor de volgende les:
  • Heb je de opdrachten van 8.6 gemaakt + nagekeken;
  • Gaan we aan de slag met het extra blad;

Slide 13 - Diapositive