2HV VV en Pers + bez. vnw
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Mijn vader houdt heel erg veel van mijn moeder
A
Mijn vader
B
Heel erg veel
C
Houdt
D
Van mijn moeder
Slide 2 - Quiz
Ik denk nog heel vaak aan mijn overleden kat
A
Ik
B
Nog heel vaak
C
Aan mijn overleden kat
D
Denk
Slide 3 - Quiz
De piraat was heel lang op zoek naar de verborgen schat
A
Naar de verborgen schat
B
De piraat
C
Heel lang
D
Was
Slide 4 - Quiz
De vis snakt naar adem op het aanrecht
A
Op het aanrecht
B
Naar adem
C
De vis
D
Snakt
Slide 5 - Quiz
De lerares verdiept zich in de leerstof voor de leerlingen
A
De lerares
B
Verdiept zich
C
voor de leerlingen
D
In de leerstof
Slide 6 - Quiz
De prinses trouwt tegen haar wil met de prins
A
Tegen haar wil
B
Met de prins
C
Trouwt
D
De prinses
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Ik geef "je" dit boek.
Je is een
Je is een
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
Slide 9 - Quiz
Je vader heeft bijna geen haar meer op zijn hoofd.
'Je' en 'zijn'?
'Je' en 'zijn'?
A
bez.vnw/pers.vnw
B
bez.vnw/bez.vnw
C
pers.vnw/bez.vnw
D
pers.vnw/pers.vnw
Slide 10 - Quiz
Gaan we morgen nog naar de bioscoop?
'we'?
'we'?
A
pers.vnw
B
bez.vnw
