Hoofdstuk 6 voorkennis
1 / 13
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Maaike wil 36 cupcakes maken. Hoeveel eieren heeft zij nodig?
A
3
B
6
C
9
D
12
Slide 3 - Quiz
Maaike wil 120 cupcakes maken. Hoeveel gram poedersuiker heeft zij nodig?
A
150 gram
B
200 gram
C
1500 gram
D
2000 gram
Slide 4 - Quiz
Je ziet dat Maaike per keer 7 cupcakes kan bakken. Hoe vaak moet zij het apparaat minstens gebruiken voor 36 cupcakes?
A
4 keer
B
5 keer
C
6 keer
D
7 keer
Slide 5 - Quiz
Maaike kan de cupcakes ook in de oven bakken. Het duurt 25 minuten voordat de 24 cupcakes klaar zijn. Hoe lang duurt het voordat zij 72 cupcakes klaar heeft?
A
3 minuten
B
30 minuten
C
60 minuten
D
75 minuten
Slide 6 - Quiz
Maaike kan de cupcakes ook in de oven bakken. Het duurt 25 minuten voordat de 24 cupcakes klaar zijn. Hoe lang duurt het voordat zij 96 cupcakes klaar heeft? Geef een berekening.
timer
2:00
Slide 7 - Question ouverte
Bij welke twee soorten appels gaat het om dezelfde kilogramprijs?
timer
2:00
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Welke appelsoort is goedkoper. Braeburn of Jonagold?
Geef een berekening.
Geef een berekening.
timer
2:00
