Zinsontleding: zinsdelen, PV en OW

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom HV1P

Lesdoelen

- Je weet wat je deze periode gaat leren en doen;

- je leert hoe je een zin verdeelt in zinsdelen;

- je leert de persoonsvorm en het onderwerp in een zin herkennen.

Lesprogramma

- Welkom (5 min)

- Periode 3 (taaltoets en literatuurtoets) (10 min)

- Boekpromotie (5 min)

- Uitleg: zinsontleding: zinsdelen/PV/OW (10 min)

- Zelfstandig werken (30 min)

- Afsluiting en vooruitblik (5 min)

Periode 3

- Je leest zelfstandig een leesboek (niet elke les, kijk bij huiswerk in Magister)

- Taaltoets: zie Studiewijzer in Magister (in week 22-28 januari)

-  Literatuurtoets: historisch boek Karel ende Elegast

www.jeugdbibliotheek.nl

Zinsontleding

Kijk mee in je boek op blz. 49

Maak zo nodig aantekeningen in je schrift of boek.

talent.secure.malmberg.nl

Zinsdelen

• De delen waaruit een zin bestaat
• Eén woord of meerdere woorden
• Zoek eerst de persoonsvorm
• Alle zinsdelen kan je voor de pv zetten, de zin moet wel kloppen!
• Alles voor de pv is één zinsdeel

In de supermarkt kost een flesje cola 3 euro.

In de supermarkt | kost| een flesje cola | 3 euro

Persoonsvorm (=PV)

• Altijd een werkwoord
• Tijdproef: tegenwoordige tijd en verleden  tijd
  Hij loopt naar school - Hij liep naar school
• Vraagproef: vraag ervan maken
  Hij loopt naar school - Loopt hij naar school?
• Aantal veranderen: enkelvoud en meervoud
  Hij loopt naar school -  Wij lopen naar school

Onderwerp (=OW)

• De persoonsvorm en het onderwerp horen  bij elkaar. Allebei enkelvoud of meervoud.
• Wie/wat + pv = onderwerp
  Hij loopt naar school. Wie loopt naar school? Hij.
• Verander de pv, zodat het onderwerp mee verandert
  Hij loopt naar school - Wij lopen naar school

Hebben jullie een goede vakantie gehad?

Aan de slag

Noteer het huiswerk voor donderdag het 1e uur in je Plenda:

maken uit Talent A, 1.7 Grammatica Zinsdelen: opdracht 5, 6, 7, 8, 9 en 12 (blz. 50-52)

Huiswerk af?

Ga dan lezen in je leesboek.