Je begrijpt dat we keuzes moeten maken, omdat we onbeperkte behoeften hebben en onze middelen beperkt zijn.
Je kent het verschil tussen goederen en diensten.
Je kan verschillende soorten uitgaven noemen.
Je kan uitleggen hoe economische keuzes worden beïnvloed.
Je weet dat keuzes financiële, sociale en ecologische gevolgen hebben.