Cette leçon contient 43 diapositives, avec diapositives de texte et 10 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
1.3 De eerste wereldoorlog
Slide 1 - Diapositive
Herhaling 1,2= Oorzaken WO I
Er zijn 5 oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog:
Militarisme
Wapenwedloop
Modern imperialisme
Nationalisme
Bondgenootschappen
Lees par 1.2 .....in stilte !!!!
Welke oorzaken herken je in de volgende afbeeldingen ?
timer
5:00
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
1.3 De Eerste Wereldoorlog
1.3 De Eerste Wereldoorlog
Slide 8 - Diapositive
Leerdoelen
- Je kunt uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog begon en daarbij onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken
- Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
Slide 9 - Diapositive
Moord in Sarajevo
De Bosnische Serviër Gavrillo Princip schiet de Aartshertog Franz Ferdinand dood in Sarajevo.
Princip wil wraak voor het feit dat Bosnië bij Oostenrijk-Hongarije hoort. Hij had liever gezien dat Bosnië werd ingelijfd bij Servië.
Dit was het startschot van de Eerste Wereldoorlog, oftewel, de aanleiding.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Zelfstandig werken
Bereid de SO voor
Werk leerdoelen uit, leer begrippen, maak samenvattingen.
timer
15:00
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Je kunt uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog begon en daarbij onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken.
Je kunt het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven en uitleggen dat dit een totale oorlog was.
Je kunt uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Europa had.
Slide 16 - Diapositive
Wij gaan winnen!
Overal in Europa is er veel enthousiasme om
te gaan vechten én vertrouwen om te winnen:
met Kerst zijn we weer thuis zijn!
Deze oorlog is goed:
ein frischer fröhlicher Krieg
Slide 17 - Diapositive
Directe en indirecte oorzaken (1)
Directe oorzaken, de aanleiding:
toevallige gebeurtenissen zoals geboorte, sterfte of militaire aanval.
- Is niet doorslaggevend.
Indirecte oorzaken, processen en gebeurtenissen die verder terug gaan in de tijd: Politieke, sociale, economische, culturele of militaire oorzaken. - De stand van zaken.
Slide 18 - Diapositive
Directe en indirecte oorzaken (2)
Directe oorzaken, de aanleiding:
De moord op Franz Ferdinand. Een gebeurtenis die voldoende is om een hele reek gebeurtenissen op gang te brengen.
Indirecte oorzaken, processen en gebeurtenissen die verder terug gaan in de tijd:
Modernisering, machtsverhoudingen en bondgenootschappen.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
De Geallieerden tegen de Centralen
Slide 21 - Diapositive
Gevolgen
De nieuwe wapens en oorlogsvoering laten zichtbare en onzichtbare verwondingen achter
Van de mannen met de kapotgeslagen gezichten...
...tot zware psychische klachten, vaak omschreven als Shellshock
Slide 22 - Diapositive
Vóór en ná:
om de verminkte mannen toch nog een leven te kunnen bieden...
...werd driftig geëxperimenteerd met plastische chirurgie en maskers
Slide 23 - Diapositive
Trench Feet
Omdat de soldaten langdurig met dezelfde laarzen en sokken
in de vocht en modder moeten staan,
gaan hun voeten opzwellen, infecteren en vervolgens afsterven.
Meestal is amputatie de enige oplossing voor loopgraafvoeten
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Totale oorlog
De oorlog werd een totale oorlog (= de hele bevolking en alle economische middelen werden ingezet om de oorlog te kunnen winnen)
- overschakeling van fabrieken naar oorlogsindustrie;
- vrouwen in de fabrieken;
- medische hulp naar het front.
Slide 26 - Diapositive
Totale oorlog
gebruik vanpropaganda (=middel van politieke reclame om de vijand zwart te maken en om de burgers te overtuigen dat zij voor een goede zaak vechten.)
Ook wordt censuur toegepast. (=de overheid controleert alle berichten via massamedia.)
--> zorgt voor onbetrouwbare en eenzijdige informatie.
Slide 27 - Diapositive
Verdrag van Versailles
Slide 28 - Diapositive
Verdrag van Versailles
Duitsland mag geen groot leger meer hebben.
Duitsland moet een Enorme schadevergoeding betalen.
Duitsland raakt haar kolonies kwijt.
Duitsland wordt kleiner, hieruit is polen ontstaan.
Slide 29 - Diapositive
Bekijk deze afbeelding goed. Het is een spotprent over het verdrag van Versailles. De 4 personen zijn de verschillende landen die bij het verdrag betrokken waren. Beantwoord de vragen op de volgende dia.
Slide 30 - Diapositive
Bron 1: spotprent waarin Duitsland wordt afgebeeld terwijl het vredesvoorwaarden met de paplepel ingegoten krijgt van de Raad van Vier. Het onderschrift luidt: "Je moet de pil doorslikken, of je het nu leuk vindt of niet". De Raad van Vier bestond uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Italië en Frankrijk.
Leg uit hoe de tekenaar naar het Verdrag van Versailles keek. Benoem twee bron-elementen waaraan je dat herkent.
Slide 31 - Diapositive
De spotprent komt uit 1919. Dit is net na de Eerste Wereldoorlog.
1
Op de vingers staan de namen van verschillende landen: -Groot-Brittannië
-Frankrijk
-Verenigde Staten
-Italië
-Japan
2
A bitter pill to swallow.
1919
De cartoon heeft betrekking op het Verdrag van Versailles en voornamelijk de zware straffen die Duitsland hierbij opgelegd kreeg
1
De mannetjes zeggen hier ook, je moet de pil (de vredesvoorwaarden / de straffen) ondergaan, of je het nu wilt of niet. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat Duitsland geen andere keuze had.
3
De tekenaar is dat het Verdrag van Versailles een (te) zware straf was voor Duitsland, en dat Duitsland gedwongen het verdrag moest ondertekenen en deze straffen moest ondergaan.
1
Legenda
Wat is de boodschap van de tekenaar?
Op welke gebeurtenis heeft de cartoon betrekking?
Observeren:
Staat er een jaartal (zelfs datum) op de cartoon?
Welke figuren zie je? Wat of wie stellen ze voor?
Welke voorwerpen zie je? Wat stellen ze voor?
Wat doen de figuren?
Overige observaties.
Eigen mening. Het klopt dat Duitsland erg zware straffen opgelegd kreeg na de Eerste Wereldoorlog. Duitsland kon ook niet anders dan de voorwaarden accepteren, want ze leden zware verliezen in de oorlog.
1
Klopt de boodschap van de cartoon met wat jij over dit thema weet?
Je ziet hier een mannetje, dit stelt waarschijnlijk Duitsland voor. Enige missende land uit de Eerste Wereldoorlog.
3
Je ziet hier mannetjes die een lepel vasthouden om Duitsland een pil te voeren.
4
Op de lepel liggen de Vredesvoorwaarden, in de vorm van een grote pil
5
Dit is een pillendoosje, waar nog andere pillen inzitten die miljoenen waard zijn.
6
Het mannetje is letterlijk in een soort houdgreep, de andere landen houden hem in bedwang en hij kan geen kant op / heeft geen andere keuze.
2
Het mannetje wordt gedwongen deze pil te slikken
7
De mannetjes zeggen het ook: je moet deze pil slikken, of je het nu wilt of niet.
8
Slide 32 - Diapositive
Zelfstandig werken
Lees par 1.3
Maak t/m par 1.3
bekijk de sw in het onderwijsportaal
timer
10:00
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Vidéo
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Vidéo
Slide 37 - Vidéo
Slide 38 - Vidéo
Slide 39 - Vidéo
Examenvraag
Gebruik de bron
Op welke kaart zijn de belangrijkste landen van het bondgenootschap van de Centralen donker gekleurd?
A op kaart 1
B op kaart 2
C op kaart 3
D op kaart 4
Slide 40 - Diapositive
Examenvraag
Gebruik de bron
Op welke kaart zijn de belangrijkste landen van het bondgenootschap van de Centralen donker gekleurd?
A op kaart 1
B op kaart 2
C op kaart 3
D op kaart 4
Slide 41 - Diapositive
Examenvraag 2
Gebruik de bron.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren er twee bondgenootschappen: de Centralen en de Geallieerden. In elke afbeelding worden één of meer landen van één van die bondgenootschappen bespot.
→ Geef per afbeelding aan welk bondgenootschap bespot wordt.
Doe het zo:
In afbeelding 1 worden de … (kies uit: Centralen/Geallieerden) bespot.