Les 14: Verkleinwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Wat gaan we doen?

• Grammatica

Grammatica

Ik kan verkleinwoorden schrijven.

De brief - het kleine ...

1. brifje
2. brieve
3. briefje
4. brieftje

De deur - het kleine ...

1. Deurje
2. Deurtje
3. Deuretje
4. Deuren

Verkleinwoorden

Verkleinwoorden

• Een klein woord.
• Vaak schrijf je -je. 
• Enkelvoud: je schrijf altijd het.

 

Het kindje

Het hondje 

Het vlekje

Beste juf,

Mijn zoontje is ziek. Hij heeft vlekjes op zijn gezichtje en handjes.

Wat is het verkleinwoord van fiets?

Verkleinwoorden

• Bij woorden met -l, -n, -w en -r schrijf je -tje.

Het deurtje

Het schoentje

Het leeuwtje

Wat is het verkleinwoord van stoel?

Verkleinwoorden

• Bij woorden met -a, -o en -u schrijf je -tje.
• Er komen twee letters.

Het autootje

Het parapluutje

Het laatje

Wat is het verkleinwoord van mama?

Verkleinwoorden

Maar... Sommige woorden zijn anders. 

Die woorden moet je leren.

Het jongetje

Het ringetje

Het gaatje

Wat is het verkleinwoord van man?

1. mantje
2. manje
3. mannetje
4. mandje

Boek: Grammatica

Ga naar les 14.

Lees de tekst samen. 

Boek: Grammatica

Maak vraag 41 en 42. 

Klaar? 

Roep de docent. 

Werk aan de weektaak.

Tot morgen!