Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
Doel van de les=aanwijzende voornaamwoorden
Tien minuten stil lezen
Opdrachten bespreken
Start nieuw onderwerp
Aan het werk
Telefoon in de kluis, chrombook in je tas. Werk en leesboek op tafel
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les kun je aanwijzende en vragende voornaamwoorden herkennen
Slide 4 - Diapositive
Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Bekijk de zin: Deze rugzak vind ik veel handiger dan dat koffertje.
In deze zin zijn Deze en dat aanwijzende voornaamwoorden. Een aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) wijst meestal een mens, een dier of een ding aan: deze jongen, dat varken, die jurk.