7.2 - Voedselproductie

7.2 - Voedselproductie
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

7.2 - Voedselproductie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
7.2.1 Je kunt manieren noemen om een grotere productie van voedsel te krijgen
7.2.2 Je kunt beschrijven hoe veredeling en DNA-technieken worden gebruikt om de voedselproductie te vergroten.

Slide 2 - Diapositive

Landbouw in Nederland
Landbouw bestaat uit 3 vormen, akkerbouw, tuinbouw en veeteelt
Akkerbouw en tuinbouw is het verbouwen van planten voor menselijk of dierlijk gebruik, bijvoorbeeld de productie van mais en graan, het telen van planten in kassen en het veredelen van zaden
Veeteelt is het houden van landbouwhuisdieren zoals koeien, kippen en varkens

Slide 3 - Diapositive

Monoculturen
Monoculturen ontstaan als boeren jaren achter elkaar maar 1 soort plant op hun akkers verbouwen waardoor het makkelijker en goedkoper is om de grond te bewerken en planten te oogsten
Monoculturen vergrootten de kans op plagen doordat het allemaal dezelfde planten zijn, bestrijdingsmiddelen bestrijden ziektes en plaagdieren
Een voorbeeld van natuurlijke bestrijdingsmiddelen is natuurlijke vijanden van een plaagdier gebruiken
Een voorbeeld van kunstmatige bestrijdingsmiddelen is gif gebruiken

Slide 4 - Diapositive

Planten laten groeien
Bemesting: mineralen toevoegen via mest, kan via stalmest of kunstmest
Bodembewerking: maakt de grond luchtiger, maar kan het bodemleven verstoren
Veredeling: selectie bij planten op basis van eigenschappen 
GMO's: met DNA technieken planten aanpassen

Slide 5 - Diapositive

De veeteelt
In Nederland is veel intensieve veehouderij, zo veel mogelijk product met zo min mogelijk middelen. Krachtvoer en dierveredeling/fokken zorgt voor productieve productie
Maar zorgt ook voor veel uitstoot van schadelijke stoffen zoals methaan en ammoniak. Ook voor dierwelzijn is het niet goed

Tegenwoordig zijn de regels al strenger dan vroeger in Nederland, maar nog steeds is er verbetering mogelijk 

Slide 6 - Diapositive

Landbouwhuisdieren laten voortplanten
  • De natuurlijke weg: niet snel en kan risico's meebrengen
  • Kunstmatige inseminatie (ki): sperma van een mannetje met gunstige eigenschappen wordt opgevangen en ingebracht in de baarmoeder
  • in-vitrofertilisatie (ivf): zaadcellen met gunstige eigenschappen bevruchten eicellen met gunstige eigenschappen buiten het lichaam en worden daarna ingebracht in een baarmoeder

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag!
Thema 7, basisstof 2, opdracht 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8
Ben je klaar? Kijk de opdrachten na en maak de test jezelf online

Maak de opdrachten in overleg met je buurman/buurvrouw
Werk fluisterend samen

Slide 8 - Diapositive

Wat is het doel van bodembewerking?
A
Verwijderen van mineralen uit de bodem
B
Meer zuurstof in de bodem brengen
C
De bodem compacter maken
D
Minder zuurstof in de bodem brengen

Slide 9 - Quiz

Wat is monocultuur?
A
Het verbouwen van één gewas op een klein landbouwperceel
B
Het verbouwen van meerdere gewassen op een landbouwperceel
C
Het verbouwen van één gewas op een groot landbouwperceel
D
Het houden van dieren op een landbouwperceel

Slide 10 - Quiz

In de landbouw spreekt men van een "stikstofgift" om het gras te laten groeien. Wat wordt bedoeld?
A
bemesting
B
veredeling
C
bodembewerking
D
gewasbescherming

Slide 11 - Quiz

Buiten het lichaam een eicel bevruchtten
A
Veredeling
B
Genetische modificatie
C
Kunstmatige inseminatie
D
In-vitro fertilisatie

Slide 12 - Quiz

Wat is een nadeel van monocultuur?

A
Grote kans op een plaag
B
Lage voedselproductie
C
Akkers zijn moeilijk te bewerken
D
Hoge kosten

Slide 13 - Quiz

Door het kruisen van de juiste bonen krijg je een superboon.
A
Veredeling
B
Genetische modificatie
C
Kunstmatige inseminatie
D
In-vitro fertilisatie

Slide 14 - Quiz