4.5 1KGT Woorden les 2

  • Werkboek B en etui (pen/potlood) voor je. 
4.5 Woorden
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

  • Werkboek B en etui (pen/potlood) voor je. 
4.5 Woorden

Slide 1 - Diapositive

  • Hoofdstuk 4 en 5 paragraaf :Lezen
  • Hoofdstuk 4 Woorden
  • Schrijven van een inleiding voor een informatieve tekst.
Wat moet je kennen - weten voor de eindtoets

Slide 2 - Diapositive

4.5 Vandaag
  • Bespreken huiswerk opdracht 4, 5, 6, 7 blz. 52-54
  • Oefenen met schrijven van een inleiding
  • Samen maken opdracht 10, 11 en 12 (blz. 55)
  • WoordBingo met de woorden van blz. 51

Slide 3 - Diapositive

Oefenen van een inleiding
De opdracht
  • Je zit op Yuverta Madestein. Een krant vraagt jou om een informatief stukje te schrijven over jouw school.
    Je hoeft alleen de inleiding te schrijven.

  • Denk aan:
- Titel
- Onderwerp in je inleiding
- Een aandachttrekker (vraag, stelling of persoonlijk iets)
- 3-5 zinnen
- Goede zinnen, hoofdletters, leestekens


Slide 4 - Diapositive

Oefenen van een inleiding brainstorm
Bedenk van te voren eerst wat er in de hele tekst zou staan. Maak een woordweb. 


Yuverta Madestein
Groene school
veel praktijklessen
Gezellig
???

Slide 5 - Diapositive

4.5 Aan de slag
  • Oefen de woorden en betekenissen op blz. 51

  • Maak een Bingo-kaart met 9 woorden van de woorden van blz. 51.


Slide 6 - Diapositive

4.5 Vandaag
  • Oefenen met de woorden van blz. 51
  • Bespreken huiswerk opdracht 4 en 5 blz. 52
  • Aan de slag met Woorden
  • Lezen tekst 2 en maken opdracht 6, 7, 8 en 10 blz. 53-55
  • Huiswerk opdracht 11 en 12 blz. 56
  • Zelf zinnen schrijven met het woord er in.

Slide 7 - Diapositive

  • ongeveer 25 nieuwe woorden;


4.5 Woorden blz. 51
In deze paragraaf leer je:

Slide 8 - Diapositive

4.5 Zelf zinnen schrijven met het woord er in.
  • Je ziet een woord op het bord.
  • Schrijf een goede zin waar het woord op de juiste manier wordt gebruikt. (denk aan hoofdletters en leesteken (.?!)
  • Bijvoorbeeld:
     horizontaal
  • In de woordzoeker stond de woorden alleen horizontaal,
     dus van links naar rechts of van rechts naar links.

Slide 9 - Diapositive

  • Hoofdstuk 4 en 5 paragraaf :Lezen
  • Hoofdstuk 4 Woorden
  • Schrijven van een inleiding voor een informatieve tekst.
Wat moet je kennen - weten voor de eindtoets

Slide 10 - Diapositive

  • ongeveer 25 nieuwe woorden;


4.5 Woorden 1 blz. 37 en woorden 2 blz. 39
In deze paragraaf leer je:

Slide 11 - Diapositive

4.5 Zelf zinnen schrijven met het woord er in.
  • Maak een zin met het woord:


  • fanatiek

Slide 12 - Diapositive

4.5 Zelf zinnen schrijven met het woord er in.
  • Maak een zin met het woord:


  • gewaagd

Slide 13 - Diapositive

4.5 Zelf zinnen schrijven met het woord er in.
  • Maak een zin met het woord:


  • aan het oog ontrekken

Slide 14 - Diapositive

4.5 Zelf zinnen schrijven met het woord er in.
  • Maak een zin met het woord:


  • het risico

Slide 15 - Diapositive

4.5 Zelf zinnen schrijven met het woord er in.
  • Maak een zin met het woord:


  • uitstallen

Slide 16 - Diapositive

4.5 Aan de slag
  • Lezen tekst 2 en maken opdracht 4, 5, 6, 7, 8 en 10 blz. 52-55
  • Huiswerk opdracht 11 en 12 blz. 56

Slide 17 - Diapositive

4.5 Zelf zinnen schrijven met het woord er in.
  • Maak een zin met het woord:


  • verticaal

Slide 18 - Diapositive

4.5 Zelf zinnen schrijven met het woord er in.
  • Maak een zin met het woord:


  • het obstakel

Slide 19 - Diapositive

4.5 Zelf zinnen schrijven met het woord er in.
  • Maak een zin met het woord:


  • de handicap

Slide 20 - Diapositive

4.5 Zelf zinnen schrijven met het woord er in.
  • Maak een zin met het woord:


  • de vallei

Slide 21 - Diapositive

4.5 Zelf zinnen schrijven met het woord er in.
  • Maak een zin met het woord:


  • de vallei

Slide 22 - Diapositive

4.5 Schrijven van een inleiding
  • Inleiding = begin van een tekst / de eerste alinea
  • Ongeveer 3 tot 4 zinnen.
  • In de inleiding:
  • - vertel je waar de tekst over gaat
  • - Zorg je dat de lezer nieuwsgierig wordt naar de
       rest van de tekst (vragen/mening/persoonlijk)

Slide 23 - Diapositive

4.5 Schrijven van een inleiding
  • Hoe ga je aan het werk?
  • Brainstorm rond het onderwerp dat je krijgt.
  • Schrijf een titel
  • Gebruik die informatie in je inleiding
  • Zorg dat het onderwerp (waar gaat de tekst over) in je
     inleiding zit.
  • Zorg dat er een 'aandachtstrekker' in je inleiding zit.
  • Let op goede zinnen, hoofdletters en leestekens (.!?)

Slide 24 - Diapositive

4.5 Schrijven van een inleiding
  • Oefenen
  • Noem maar een onderwerp/thema

Slide 25 - Diapositive

4.5 Woorden (herhalen)
Hoe iemand er uitziet                                niet later dan
- uiterlijk                en                                       uiterlijk 

Slide 26 - Diapositive

4.5 Woorden (herhalen)
Alleen de omtrek van iets                    Het licht van iets 
- silhouet                             en               schaduw

Slide 27 - Diapositive

4.5 Woorden (herhalen)
Hoe iemand er uitziet                                niet later dan
- uiterlijk                en                                       uiterlijk 

Slide 28 - Diapositive

4.5 Woorden (herhalen)
Alleen de omtrek van iets                    Het licht van iets 
- silhouet                             en               schaduw

Slide 29 - Diapositive

4.5 Woorden (herhalen)
- synoniem             - woorden met dezelfde betekenis
                                 (godsdienst - religie, rennen - hollen)
- samenstellingen  - woord dat uit meerdere woorden bestaat
                                 (ondersteboven, achterstevoren)
- tegenstelling       - woorden die tegenovergesteld van elkaar zijn
                                 (verticaal - horizontaal, uiterlijk - innerlijk) 

Slide 30 - Diapositive

4.5 Woorden
Zelfstandig werken
- Maak opdracht 11, 12, 13 en 15 op blz. 40-41
- Maak de woordpuzzel - zoek het woord bij de omschrijving.
- Oefen de woorden van hoofdstuk 4 met de woordtrainer op je
  laptop. 
timer
1:00

Slide 31 - Diapositive

Fictiedossier
Morgen werken aan fictiedossier opdracht.
timer
1:00

Slide 32 - Diapositive