Soorten vragen oefenles

Soorten vragen oefenles
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Soorten vragen oefenles

Slide 1 - Diapositive

Planning
Uitleg vraag soorten
Oefenen met vraag soorten
Nakijken vraag soorten
Boeken check

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je 4 soorten vragen herkennen
Aan het eind van de les kun je 4 soorten vragen op de juiste manier beantwoorden. 

Slide 3 - Diapositive

Geef aan vragen
Bij geef aan vragen geef je een korte omschrijving, bewijs uit een bron, begrip etc. 

Voorbeeld:
Geef aan waar uit de bron blijkt dat West Nederland het dichtstbevolkt is. 
In de bron zie ik dat in het westen van Nederland het meest "2000 of meer inwoners per gemeente" voorkomt.

Slide 4 - Diapositive

Geef de betekenis van het begrip arbeidsmigrant.

Slide 5 - Question ouverte

Leg uit vragen
Leg uit vragen bestaan uit een oorzaak en gevolg.

Voorbeeld:
Leg uit waarom er veel mensen wonen in het westen van Nederland.
Oorzaak: In west Nederland is veel werk te vinden.
Gevolg: Veel mensen immigreren naar west Nederland voor werk.

Slide 6 - Diapositive

Leg uit waarom er in Noord Nederland veel geld naar verzorgingshuizen gaat.

Slide 7 - Question ouverte

Beschrijf vragen
Beschrijf wat er in een situatie / bron gebeurd, je hoeft geen verklaring te geven.

Voorbeeld:
Beschrijf waar je de bevolking in oost-Groningen aan kunt herkennen. 
De bevolking in oost-Groningen is meestal vergrijst. 

Slide 8 - Diapositive

Beschrijf hoe de bevolkingsgrafiek van Nederland in 1950 eruit heeft gezien.

Slide 9 - Question ouverte

 Vergelijk vragen
Bij vergelijk vragen moet je over beide bronnen / situaties / gebieden iets zeggen. 

Voorbeeld:
Wat is het verschil tussen een flat en een huis? 
Een flat heeft de voordeur niet op de begane grond. Een huis heeft de voordeur wel op de begane grond.


Slide 10 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een arbeidsmigrant en een vluchteling?

Slide 11 - Question ouverte

En nu zelf
15 minuten
Klaar? zelfstandig aan de slag met extra opdrachten in classroom
timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

Nakijken
Verbeter de persoon die je nakijkt op de juiste manier

Slide 13 - Diapositive

De laatste loodjes
Open extra opdracht in classroom
Kies: herhaling of verdieping
Ga aan de slag met de opdrachten

Klaar?
Maak de oefentoets in het online boek

Slide 14 - Diapositive