Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hersenen
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen:
Ruggenmerg:
Je kunt uitleggen waaruit het ruggenmerg bestaat.
Je kunt uitleggen hoe de witte en grijze stof aan hun kleur komen.
Hersenen:
Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken
Slide 2 - Diapositive
Welk onderdeel hoort niet bij het centrale zenuwstelsel?
A
Hersenen
B
Ruggenmerg
C
Zenuwen
Slide 3 - Quiz
Maken de zenuwen in je pink deel uit van het centrale zenuwstelsel?
A
Ja, er lopen zenuwen naar toe
B
Nee, de zenuwen horen niet bij het c. zenuwstelsel
C
Ja, alle zenuwen horen bij het c. zenuwstelsel
D
Nee, er lopen geen zenuwen.
Slide 4 - Quiz
Hoe heet onderdeel 3?
A
Korte uitloper
B
Lange uitloper
C
Cellichaam
D
Celkern
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
In de zenuwknopen zitten de cellichamen van de gevoelszenuwcellen
In het merg zitten de cellichamen van schakelcellen en bewegingszenuwcellen en is daardoor 'grijs'.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
De hersenen
Hersenen bestaan uit 3 onderdelen:
grote hersenen
kleine hersenen
hersenstam
Slide 9 - Diapositive
Grote hersenen
Waarnemingen worden verwerkt (bewust)
Gevoelscentra
Bewegingscentra
Slide 10 - Diapositive
Grijze en witte stof
Grijs (= de schors): Schakelcellen
Wit (= het merg):
Uitlopers van schakelcellen
Slide 11 - Diapositive
Kleine hersenen
Regelen:
Coördinatie van bewegingen
Evenwicht
Slide 12 - Diapositive
Hersenstam
Ligt in het verlengde van het ruggenmerg
Regelt:
onbewuste processen (ademhaling ,hartslag) en sommige reflexen (pupilreflex)
Slide 13 - Diapositive
Hersenstam
Verbinding:
Tussen hersenen en ruggenmerg.
Met zenuwen die van de zintuigen in hoofd en hals lopen
Met zenuwen die naar spieren en klieren in hoofd en hals lopen
Slide 14 - Diapositive
Mannen hebben na 1 glas 0,2 promille in het bloed
Vrouwen hebben na 1 glas 0,3 promille in het bloed
Rijden mag tot 0,5 promille maar is dat verstandig?
Invloed van alcohol
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Zelf aan de slag
Maken opdracht 5.3 en 5.4 en test je zelf opdrachten
16, 17, 22 vraag 1, 22 vraag 2, 24, 26
en het plaatje 18
Slide 17 - Diapositive
De hersenen bestaan uit...
A
Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
B
Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
C
Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
D
Groter hersenen, kleine hersenen en hersenstam
Slide 18 - Quiz
Iemand hoort een harde knal en draait zijn hoofd om. In welk deel van de hersenen vindt bewustwording van dit geluid plaats?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenschors
D
Hersenstam
Slide 19 - Quiz
Sleep de juiste betekenis naar het juiste begrip.
Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Hersenschors met hersencentra voor waarnemingen, bewegingen en geheugen.
Coordinatie en evenwicht houden.
Verbindingen tussen de hersenen en het rugenmerg, onbewuste reacties.
Slide 20 - Question de remorquage
Welke gedeelte van de hersenen ontvangt en verwerkt impulsen?
A
Bewegingscentra van de grote hersenen
B
Gevoelscentra van de grote hersenen
C
Kleine hersenen
D
Hersenstam
Slide 21 - Quiz
Welk deel van de hersenen zorgt voor het coördineren van bewegingen?
A
Kleine hersenen
B
Grote hersenen
C
hersenstam
D
hypofyse
Slide 22 - Quiz
Welk onderdeel van de hersenen is een verlengde van het ruggenmerg?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Bewegingscentrum
Slide 23 - Quiz
Als iemand dronken is kan hij niet meer recht lopen. Welk deel van je hersenen functioneert dan niet meer goed?
A
Grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
Slide 24 - Quiz
Mensen die hun huis te koop zetten bakken soms een appeltaart. Mensen die komen kijken ruiken dan deze taart als ze binnenkomen. Na enige tijd ruiken ze de geur niet meer. Hoe komt dat?
A
Andere geuren zorgen voor meer prikkels
B
De hersenen nemen de impulsen van het reukorgaan niet meer waar
C
Het niveau van de prikkel wordt steeds lager
D
Het reukorgaan geeft geen impulsen meer af
Slide 25 - Quiz
Iemand met de ziekte van Huntington maakt vaak ongewilde bewegingen en kan zijn bewegingen niet goed coördineren. Welk deel van de hersenen werkt bij iemand met deze aandoening niet goed meer?
A
Grote hersenen
B
Hersenstam
C
Kleine hersenen
D
Hiervoor is er te weinig informatie
Slide 26 - Quiz
Beinvloeding zenuwstelsel
Alcohol, drugs en medicijnen
Slide 27 - Diapositive
De video op de volgende slide gaat over de vraag waarom je geen alcohol mag drinken voor je 18e.
Bekijk het filmpje en beantwoord daarna de vraag.
Slide 28 - Diapositive
Wat is jouw mening over de leeftijdsgrens van 18 jaar voor het drinken van alcohol.