Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 2
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Koopbeslissingsproces Een klant merkt dat zijn oude smartphone langzaam wordt en niet meer goed werkt. Hij besluit dat het tijd is voor een nieuwe telefoon. In welke fase van het koopbeslissingsproces bevindt deze klant zich?
A
Informatie zoeken
B
Evaluatie van alternatieven
C
Behoefteherkenning
D
8Aankoopbeslissing
Slide 4 - Quiz
Koopbeslissingsproces Een klant heeft net een dure laptop gekocht, maar begint na de aankoop te twijfelen of hij wel de juiste keuze heeft gemaakt. Hoe noemt men dit
A
Aankoopbelissing
B
Cognitieve disonantie
C
Behoefteherkenning
D
Informatie zoeken
Slide 5 - Quiz
Lisa is op zoek naar een nieuwe fiets om naar haar werk te gaan. Ze twijfelt tussen een stadsfiets, een elektrische fiets en een tweedehands racefiets. Ze vergelijkt de prijs, kwaliteit en het comfort van deze opties. In welke fase van het koopbeslissingsproces bevindt Lisa zich?
A
Aankoopbeslissing
B
Informatie zoeken
C
Evaluatie van alternatieven
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Koopgedrag psychologische factoren Sophie besluit gezonder te leven en koopt een abonnement bij de sportschool, samen met een blender om gezonde smoothies te maken. Welke psychologische factor heeft haar koopgedrag beïnvloed?
A
Motivatie
B
Perceptie
C
Leren
D
Attitude
Slide 9 - Quiz
Koopgedrag psychologische factoren Een kledingmerk brengt een nieuwe duurzame kledinglijn uit met een groen logo en milieuvriendelijke verpakkingen. Klanten ervaren deze kleding als milieuvriendelijker dan andere kleding, zelfs als ze de materialen niet hebben gecontroleerd. Welke psychologische factor speelt hier een rol?
A
Motivatie
B
Perceptie
C
Leren
D
Attitude
Slide 10 - Quiz
Koopgedrag psychologische factoren Tim koopt een nieuw wasmiddel nadat hij een reclame heeft gezien waarin wordt getoond dat het beter vlekken verwijdert dan andere merken. Later merkt hij dat het echt werkt en blijft hij dit merk gebruiken. Welke psychologische factor heeft zijn koopgedrag beïnvloed?
A
Motivatie
B
Perceptie
C
Leren
D
Attitude
Slide 11 - Quiz
Consumentengedrag Lisa en haar vriendinnen gaan een middag winkelen in het stadscentrum. Ze hebben geen specifiek product nodig, maar kijken rustig rond, passen verschillende outfits en maken een praatje met het winkelpersoneel. Tot welke klantcategorie behoort Lisa?
A
Prijsshopper
B
Runshopper
C
Funshopper
Slide 12 - Quiz
Consumentengedrag Tom heeft zijn lunchpauze van 30 minuten en moet snel een nieuwe telefoonoplader kopen. Hij loopt direct naar het schap, pakt de eerste oplader die hij ziet en rekent snel af. Welke klantcategorie beschrijft zijn winkelgedrag het beste?
A
Prijsshopper
B
Runshopper
C
Funshopper
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Wat is een kenmerk van routinematig aankoopgedrag (RAG)?
A
De klant zoekt uitgebreide informatie.
B
De klant heeft een voorkeur voor een bepaald merk en blijft hier trouw aan
C
De klant evalueert en beoordeelt beschikbare informatie.
D
De klant staat voor een belangrijke en nieuwe aankoopbeslissing.
Slide 16 - Quiz
Welke koopsituatie beschrijft een klant die enige kennis heeft van hetgeen hij wil aanschaffen, maar nog niet bekend is met specifieke merken?
A
Routinematig aankoopgedrag (RAG)
B
Beperkt probleemoplossend aankoopgedrag (BPO
C
Uitgebreid probleemoplossend aankoopgedrag (UPO)
D
Geografische segmentatie
Slide 17 - Quiz
Wat is een kenmerk van uitgebreid probleemoplossend aankoopgedrag (UPO)?
A
De klant heeft geen verdere informatie nodig.
B
De klant heeft enige kennis van hetgeen hij wil aanschaffen.
C
De klant zoekt uitgebreide informatie en het besluitvormingsproces is complex.
D
De klant ziet weinig risico en acht het niet nodig om naar alternatieven te kijken.
Slide 18 - Quiz
Welke koopsituatie is het minst tijdrovend?
A
RAG
B
BPO
C
UPO
D
Psychografische segmentatie
Slide 19 - Quiz
Welk aspect van klantgedrag geeft inzicht in hoe klanten omgaan met de ontvangen informatie en of ze de behoefte hebben om een merk of product te kopen?
A
Communicatiegedrag
B
Aankoopgedrag
C
Gebruiksgedrag
D
afdankgedrag
Slide 20 - Quiz
Welk aspect van klantgedrag richt zich op hoe klanten een bepaald product gebruiken en ermee omgaan?