spelling Engelse werkwoorden

Welkom

Spelling


Engelse Werkwoorden
Blz. 260
2 havo
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Spelling


Engelse Werkwoorden
Blz. 260
2 havo

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kent de regels van de Engelse werkwoorden. 

Slide 2 - Diapositive

Doel
Je kunt Engelse werkwoorden op de Nederlandse manier vervoegen. 

Slide 3 - Diapositive

Engelse werkwoorden

  • Engelse werkwoorden vervoeg je zoveel mogelijk als Nederlandse werkwoorden!
    Je gebruikt dus dezelfde regels.


  • Engelse werkwoorden hebben soms een afwijkende ik-vorm:
paintball, delete, race (vanwege de uitspraak)
scoor, promoot -(vanwege de o-klank)

Slide 4 - Diapositive

Engelse werkwoorden
  • Sommige woorden en werkwoorden die wij gebruiken, komen uit een andere taal. Je noemt ze leenwoorden
  • Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden.
  • Let op: Bij saven, timen en daten eindigt de stam op -e.
  • We 'vernederlandsen' de Engelse werkwoorden, behalve als je daardoor een verkeerde uitspraak krijgt.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

De leerling ... het document gisteren op haar Chromebook.
(saven)
A
savde
B
savede
C
savete
D
savte

Slide 10 - Quiz

Hij ... een vreemd filmpje over zijn kat.
A
snapchate
B
snapchatten
C
snapchatte
D
snaptte

Slide 11 - Quiz

Het document is niet goed leesbaar ....
A
ingescannt
B
gescant
C
ingescant
D
gescand

Slide 12 - Quiz

De keeper ... zelf een doelpunt.
A
scoort
B
scored
C
scoord
D
scoret

Slide 13 - Quiz

Hoe zit dat?
  • De stam van het werkwoord saven = saven - en = sav
  • De v van sav zit niet in het 'T eX KoFSCHiP
  • Daarom krijg je in de verleden tijd -de of - den
  • Je plakt -de(n) achter de ik-vorm (save)

Ik save                 Ik savede                Ik heb gesaved
Hij savet             Wij saveden

Slide 14 - Diapositive

Bij de meeste werkwoorden  werkt het dus hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 15 - Diapositive

maar..... let op goed de uitspraak           -n

Slide 16 - Diapositive

Vul bij iedere zin de juiste vorm van het werkwoord in:

1. Peter ................................... (scrollen) door zijn e-mails.
2. Voor dat project ................................... (researchen) ik vorige week in de databank.
3. Maxime................................... (stressen, vt) flink na zijn toets.
4. Heb jij vorige week ook ................................... (flyeren)?
5. Mijn moeder ................................... (recyclen) alles.

Slide 17 - Question ouverte