H10 BS 2 + 3

Thema 10 DNA
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 10 DNA

Slide 1 - Diapositive

Wat is een primer?
A
Stukje DNA gemaakt door ligase
B
Stukje RNA gemaakt door primase
C
Stukje RNA gemaakt door polymerase
D
Stukje DNA gemaakt door helicase

Slide 2 - Quiz

Hoe wordt een DNA molecuul altijd afgelezen?
A
Van 5' uiteinde naar 3' uiteinde
B
Van 3' uiteinde naar 5' uiteinde

Slide 3 - Quiz

Wat is een restrictie-enzym?
A
Is gelabeld nucleotide gebruikt bij sequencen
B
Verbreekt waterstoffenbruggen bij replicatie
C
Kan Okazaki-fragementen aan elkaar koppelen
D
Herkent specifieke nucleotidesequentie en knippen DNA daar door

Slide 4 - Quiz

Zet de 7 stappen van replicatie in de juiste volgorde 
1
2
3
4
5
6
7
Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
Ligase verbindt alle DNA fragmenten aan elkaar.
RNA primers worden vervangen door DNA nucleotiden
replicatie start bij een ori (replicatie startpunt)
single strand binding proteins voorkomen dat het dna weer dubbelstrengs wordt.
Helicase verbreekt de waterstofbruggen en maakt dsDNA ssDNA
DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde.

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Lien

Primase
RNA Primer
DNA-polymerase
Helicase
Okazaki fragment
DNA-ligase

Slide 7 - Question de remorquage

2

Slide 8 - Vidéo

01:05
Wat is dat gele molecuul wat hier gevormd wordt?

Slide 9 - Question ouverte

01:07
Met welke streng komt het RNA overeen? De template-streng of de coderende streng?

Slide 10 - Question ouverte

Het maken van mRNA, tRNA en rRNA noemen we...
A
Replicate
B
Transcriptie
C
Translatie

Slide 11 - Quiz

De plek waar RNA polymerase kan binden:
A
Primer
B
Promotor
C
Transcriptiefactor

Slide 12 - Quiz

Het verschil tussen pre-mRNA en mRNA is dat de ......... zijn verwijderd
A
exons
B
introns

Slide 13 - Quiz

Transcriptie vindt plaats langs de ......
A
Leidende streng
B
Volgende streng
C
Coderende streng
D
Template-streng

Slide 14 - Quiz

Van dubbelstrengs DNA heeft een deel van een coderende-streng de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat wordt gesynthetiseerd?
A
GCCTATGCCAAT
B
GCCUAUGCCAAU
C
CGGAUACGGUUA
D
UAACCGCACCCG

Slide 15 - Quiz