modal verbs

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning 
explanation Modals (hulpww) 
10 minutes
practising modals 
10  minutes
recap use modals and build up 
10 minutes

Slide 2 - Diapositive

Modal verbs
Hulpwerkwoorden

Slide 3 - Diapositive

Modal verbs 
Om aan te geven dat je iets kan, moet, mag, zou moeten, niet mag, niet kan etc. etc. gebruik je modale hulpwerkwoorden oftewel modal verbs. 

Een modal verb in zijn eentje komt niet voor: er volgt altijd een ander werkwoord op. Je mag IETS niet, je moet IETS. Dat IETS geef je aan door een ander werkwoord. 

Slide 4 - Diapositive


Must, have to en should zijn alle drie hulpwerkwoorden en betekenen alle drie moeten. Toch hebben ze niet alle drie dezelfde betekenis van moeten. 

Slide 5 - Diapositive

Grammar: Modal Verbs
  • have to / has to:
- verplichting: een actie moet gedaan worden =>  You have to take your medication.
                                                                                                         Do I have to take my medication?
  • should:
-advies: het is verstandig om iets te doen, maar niet verplicht. => You should eat something.
                                                                                                                                          Should I eat something?
  • must:
- sterk advies/spreker vindt dat iets moet;het is niet verplicht. => She must go to the doctor.
                                                                                                                                         Must I go to the doctor?

Slide 6 - Diapositive

Modal verbs (hulpwerkwoorden)
Veranderen niet van vorm. Hele werkwoord komt er achter.

  • Should: advies, geen verplichting
  • Must: spreker verplicht zichzelf, advies: geen verplichting
  • Have to: verplichting

Slide 7 - Diapositive

Omdat het hulpwerkwoorden zijn, kan je ze nooit als enige werkwoord in de zin gebruiken. Er moet altijd een werkwoord bij. Hiervoor gebruik je altijd het hele werkwoord. 

Bijvoorbeeld: I'm hungry, I must eat something. 

In deze zin staat het hulpwerkwoord must en hebben we hele werkwoord eat er achter gezet.

Slide 8 - Diapositive

Modal verbs 
Wat
Have to, should en must
Wanneer
Om aan te geven dat iets gedaan moet worden. 
Hoe
Have to - wanneer iets gedaan moet worden
should- om advies te geven. (niet verplicht)
Must- Spreker vind zelf dat iets gedaan moet worden & iemand sterk aanraden iets te doen. 
Signaalwoorden
-
Voorbeelden
You should exercise to get more energy.
must go to bed early tonight. 
You have to drive at the right side of the road. 

Slide 9 - Diapositive

Modal verbs
Moet/noodzakelijk
Kan niet anders
Advies
Should
X
Must
X
X
Have to
X
"Must" is dwingender dan "have to"

Slide 10 - Diapositive

Choose the correct modal:
You ....................... do it, it's in the rules!
A
must
B
have to
C
should
D
could

Slide 11 - Quiz

Wat is de modal (hulpwerkwoord) in deze zin:
She could not leave him alone.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de modal in deze zin:
You must walk up the stairs.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de modal in deze zin:
He has to give his money away.

Slide 14 - Question ouverte

Choose the correct modal:
You ....................... do it, it's in the rules!
A
must
B
have to
C
should
D
could

Slide 15 - Quiz

Choose the correct modal:
My advice would be that you ............. see a doctor.
A
should
B
have to
C
must
D
could

Slide 16 - Quiz

Fill in the correct modal:
I ........... really look at my finances today, it is high time I update them.

Slide 17 - Question ouverte

Fill in the correct modal:
Teachers ........... be paid a fair salary for their hard work.

Slide 18 - Question ouverte

To do:
  1. Finished? -> Write down 15 sentences with a build up word and a modal. 

Slide 19 - Diapositive

Ik begrijp dit onderwerp
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Slide 21 - Diapositive