H4 Schrijven: Je mening opschrijven (B/K klas 2)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Schrijven: Je mening opschrijven

Ik vind sporten wel/niet belangrijk, omdat...

Het verbod op mobiele telefoons in het verkeer vind ik wel/niet goed, want...

Volgens mij is het wel/niet leuk om beroemd te zijn, omdat...

Schrijven: je mening opschrijven 

Theorie:

Als je je mening geeft, kun je ook uitleggen waarom je die mening hebt. 

Je geeft dan een argument voor je mening.

Mening: Ik vind...,     Volgens mij...

Argument: want...     omdat...

Schrijven: je mening opschrijven 

Lesdoel:
Ik kan mijn mening opschrijven.

Ik kan mijn mening uitleggen met argumenten.

Ik kan voorbeelden geven bij mijn argumenten.

Schrijven: je mening opschrijven 

Oefenen:

Wat is je favoriete vakantieland? Iedereen moet opschrijven welk land dat is en je schrijft er twee argumenten bij. 

Schrijf hieronder wat je favoriete land is en noem daarbij twee argumenten.

Maken: 

H4 Schrijven (online of blz. 102 in je boek):

- Startopdracht maken

- Theorie (groene stukje) goed doorlezen!

- Opdracht 1 maken

Klaar? 

-  Lezen

Schrijven: je mening opschrijven 

Oefenen:

Lees de strip op de volgende dia.

Schrijven: je mening opschrijven 

Oefenen:
De volgende  oefening ga je in Word maken en moet je inleveren. Dus start Word even op. 

Gebruik eerst je schrift om in het klad een aantal belangrijke dingen op te schrijven. Heb je geen schrift bij je? Gebruik dan je boek blz. 92 en 93. 

Schrijven: Je mening opschrijven (boek blz. 103)

1. Noteer je mening over het plaatsen van dit soort filmpjes op social media.
2. Bedenk ten minste twee argumenten. Noteer die in steekwoorden.
3. Bedenk bij elk argument een voorbeeld waarmee je dat argument verduidelijkt. Noteer dat voorbeeld in steekwoorden.
4. Maak een tekst van maximaal 250 woorden waarin je je mening geeft. Gebruik de opbouw van de volgende dia.
5. Zet boven je tekst een titel en onder de tekst je naam en klas. 

Schrijven: je mening opschrijven (blz. 103)

Titel 

Inleiding

• Vertel waarop je reageert. Begin met: Ik las een strip waarin...
• Geef daarna je mening.

Middenstuk:

• Noteer het eerste argument. Geef een voorbeeld bij je argument.
• Noteer het tweede argument. Geef een voorbeeld bij je argument.

Slot:

• Herhaal kort je mening in andere woorden. 

Naam en klas