Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
De tijd van pruiken en revoluties
Les 2: Het ancien regime
Slide 1 - Diapositive
De leerdoelen
1. Je kunt beschrijven welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk.
2. Je kunt beschrijven hoe vorsten streefden naar verlicht absolutisme.
3. Je kunt beschrijven welke sociale verhoudingen er waren in Nederland.
K.A. -voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
Slide 2 - Diapositive
We gaan terug naar de tijd
van het ancien regime ...
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je eigenlijk al van het ancien regime?
Slide 4 - Carte mentale
Het ancien regime
De verlichte denkers konden niet alles publiceren. Er was sprake van censuur (door overheid en kerk). Verschillende Franse koningen wilde niets weten van een democratische revolutie.
Slide 5 - Diapositive
De standenmaatschappij
Al sinds de Middeleeuwen was de Franse bevolking verdeeld over 3 standen. De eerste, tweede en derde stand. Alle standen hadden hun eigen rechten en plichten. Dit was vooral oneerlijk...
Slide 6 - Diapositive
De drie standen:
1e stand: alle mensen die behoren tot de kerk (geestelijken/geestelijkheid)
2e stand: alle mensen van adel (edelen)
3e stand: alle boeren en (rijke) burgers
Slide 7 - Diapositive
Onrecht...
De leden van de 1e en 2e stand hadden allerlei privileges (voorrechten) en nauwelijks plichten, zoals belasting betalen. De 2e stand hielp de koning bij het besturen van het land/leger.
De 3e stand had alleen maar plichten en helemaal geen rechten. Bij deze stand kwamen bijna alle belastingen vandaan!
Slide 8 - Diapositive
Verlicht absolutisme
Buiten Frankrijk waren enkele vorsten bezig met verlichte hervormingen bv. de Pruisische koning Frederik de Grote. Hij bleef zeer machtig, maar stond godsdienst- en persvrijheid toe.
Slide 9 - Diapositive
De Republiek
In de Republiek waren de gouden jaren voorbij, maar bleven de regenten zich verrijken. Ondertussen leek stadhouder Willem V steeds meer op een vorst en de Republiek op een monarchie.