Klas 2TH1 Lesweek 27 - Les 3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Thema Essen

Wilkommen Klasse 2TH1

Achtung:

Du sitzt auf deinen eigenen Platz.

Auf deinem Tisch liegen:

dein Buch, dein Heft, dein Etui

Later heb je nodig: dein Laptop 

Wichtig! (belangrijk!)

• Les verstoren = naam op bord.
• Les nog een keer verstoren = les vervolgen in de tussenruimte.
• na de les bij mij komen om afspraak te maken voor na schooltijd om gedrag + gevolgen te bespreken.

• Verandert jouw gedrag positief -> naam kan van bord.

Achtung! 

• Jacky -> Teamsbericht
• Donnerstag 10. April 

praktische opdracht Kapitel 5 -> Speisekarte machen

• Dienstag den 27. Mai

Test Kapitel 5 + 6 

• Dienstag 10. juni 

Deadline Sprechfertigkeitsaufgabe

deutscher Donnerstag

Heute -> deutscher Donnerstag.

Ich spreche (fast) nur Deutsch.

Was macht ihr heute?

- Hausaufgaben kontrollieren

- Grammatik

- Selbständig arbeiten

- die Stunde beenden

Lernziele

Was lernt ihr heute?

• Du weißt ob du die Grammatik von der / die / das noch kennst.

• Du kennst die Grammatikregeln von ein/eine und kein/keine.

Die Hausaufgaben

TH Buch                                                      HA Buch

Hausaufgaben kontrollieren

Nakijken met een andere kleur pen.

Gebruik een antwoordenboekje

Je hebt ongeveer 5 minuten de tijd.

Je mag zachtjes met elkaar overleggen.

Fertig?

Lees het groene blokje op Seite 155

Eintrittskarte 

- Was weißt du noch von ein- / kein-

- Ga naar de Teamstegel van Duits en klik op de link

- 4 Minuten.

- Iedereen is stil en beantwoordt de vragen.

Fertig? Laptop in deine Tasche

- TH -> Seite 156 -> Aufgabe 25

- HA -> Seite 156 -> Aufgabe 21

ein / eine + kein / keine

een = ein, eine

geen = kein, keine

Ezelbrücke -> de „e“ verhuist mee. 

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
der Mann	di e Frau	das Kind	di e Haustiere
ein Mann	eine Frau	ein Kind	keine Haustiere

het bezittelijk voornaamwoord

 het bezittelijk voornaamwoord

das Possesivpronomen

Vandaag ga je het bezittelijk voornaamwoord in het Duits leren.

Maar wat is eigenlijk het bezittelijk voornaamwoord?

Vertel het je buurmens in een paar seconden en

kijk naar het volgende uitlegfilmpje.

  

Schreibe in dein Heft

Bezittelijke  voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, enz.

 De persoon is  de eigenaar of maker van het voorwerp: 

mijn fiets

haar tekening

hun huis

jouw broer

zijn auto

Schreibe in dein Heft...

Tabelle zeichnen

Schreibe die Personalpronomen in die erste Spalte

mijn

jouw, je

zijn

haar

Schreibe in dein Heft

mijn

jouw, je

zijn

haar

ons, onze

jullie

hun 

uw

Schreibe in dein Heft

Schreibe die deutsche Possesivpronomen in die zweite Spalte

mijn

jouw, je

zijn

haar

mein - 

dein - 

sein -

ihr - 

Schreibe in dein Heft

mijn

jouw, je

zijn

haar

ons, onze

jullie

hun

uw

mein-

dein-

sein-

ihr-

-

unser-

euer-

ihr-

Ihr-

Achtung!

Het bezittelijk voornaamwoord vervangt het lidwoord:

Das ist ein Fahrrad. = Das ist mein Fahrrad

Das ist die Schule = Das ist meine Schule

Die Hausaufgaben

TH Buch                                                      HA Buch

Twents is een dialect. Bestaat dat in Duitsland ook?

Twents is een dialect. Bestaat dat in Duitsland ook?

Hochdeutsch -> dat leren jullie

Dialekt -> +/- 16 dialecten ->

Oberdeutsch, Mitteldeutsch, Niederdeutsch

Film over Brötchen

Hoeveel verschillende woorden voor "Brötchen" heb je voorbij horen komen?

Schrijft ze op in je schrift.

Achtung! Es geht ganz schnell!

Wortschatz

Ӧffne dein Buch auf Seite 172.

Wir lesen zusammen die Lernliste N-D (ab "das Brot").

Ich lese laut vor. Du wiederholst.

Achtung! Es gibt Tipps für den Test.

Zum Schluss

Hoe verliep deze les?

- Duim omhoog. Verliep prima.

- Duim midden. Wel ok.

- Duim omlaag. Ging voor geen meter.

Aber bitte mit Sahne

Je mag kiezen uit een tekst waarbij de woorden al boven de tekst 

staan of een tekst waarbij de woorden zelf kunt invullen.