TRG BBL module 8 les 1 hoofdpijn, trauma schedel, neurologische uitval

 Triage BBL Module 8 les 1
onderwerpen:
hoofdpijn, trauma schedel  en neurologische uitval

A. Buitenhuis
                                                                         

                                                                        
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
TriageMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

 Triage BBL Module 8 les 1
onderwerpen:
hoofdpijn, trauma schedel  en neurologische uitval

A. Buitenhuis
                                                                         

                                                                        

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we behandelen?

  • Hoofdpijn kort theorie en kennis verbreden aan de hand (open) vragen
  • Schedeltrauma kort theorie en kennis verbreden aan de hand van vragen en casussen
  • Neurologische uitval


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke oorzaken van hoofdpijn zijn er?

Slide 3 - Diapositive

Migraine 
Duur:4-72uur. Een kant van je hoofd. Vaak ook misselijk en braken, lichtschuw. 15 tot 45 minuten voor een aanval kun je zogeheten Auraverschijnselen krijgen; blinde vlekken, doof gevoel of minder kracht aan 1 kant lichaam, spraakstoornissen. Deze verschijnselen stoppen vaak als migraine aanval begint. Migraine is echt heftiger dan spanningshoofdpijn.

spanningshoofdpijn
Dof drukkende pijn aan beide kanten van het hoofd. Enkele uren tot dagen. Geeft een strakke band gevoel. Leidt tot schouder- en nekklachten. Dit zonder misselijkheid of braken. Spanningshoofdpijn geeft geen extreme pijn.

 clusterhoofdpijn
Acuut ontstane, zeer ernstige hoofdpijn (U1)
hevige pijn vaak 1 kant hoofd, rondom je slaap. Straalt door naar oogkas en uitbreiden nekpijn. Duur; 15 minuten tot 3 uur en kan 1 tot 8 keer per dag optreden. Killing-hoofdpijn. Vaak ook verschijnselen als: verstopte neus, tranend oog, rood oog, verkleinde pupil en hangend ooglid aan 1 zelfde kant van hoofd waar pijn zit.


Hoofdpijn door pijnstillers
Als je vaak pijnstillers voor je hoofdpijn slikt, raakt je lichaam hieraan gewend. Je krijgt dan hoofdpijn als je de pijnstiller een keer niet slikt. De hoofdpijn komt steeds terug. Tot je weer een pijnstiller slikt. Misschien wordt je ook meer gevoelig voor de pijnprikkel.

Ook deze dingen kunnen soms hoofdpijn geven:
- slecht slapen 
- cafeïne 
- verkoudheid of griep
- niet scherp  zien (visus)
- pijn in uw nek, waardoor je hoofdpijn
   krijgt
- ontsteking van een bloedvat aan de
   zijkant van je hoofd.
- problemen met  kaakgewrichten
- medicijnen waarvan hoofdpijn een
  bijwerking is. Dit kan bijvoorbeeld bij
  deze medicijnen: bètablokkers, nitraten,
  calciumblokkers of medicijnen tegen
  depressie.
- soms hoofdpijn tijdens of net na seks.

Soms kan hoofdpijn door een ernstige oorzaak komen. Bijvoorbeeld een te hoge bloeddruk, een beroerte of kanker. 
- Meningitis
- SAB (subarachnoïdale bloeding) Begint als een donderslag bij heldere hemel en wordt soms als een knapje gevoeld. Komt ook bij relatief jonge mensen voor

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hevige onbekende hoofdpijn - welke urgentie hoort hierbij?
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke urgentie hoort er bij: hoofdpijn met een ernstig zieke indruk?
A
U3
B
U5
C
U2
D
U1

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdpijn met een recent schedeltrauma (< 2 weken) is welke urgentie?
A
U3
B
U1
C
U4
D
U2

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ook alweer een subduraal hematoom? Leg eens uit

Slide 8 - Carte mentale

Bloeduitstorting n.a.v. een schedeltrauma. Kan soms pas na dagen tot weken na een schedeltrauma optreden. Kans op subduraal hematoom is groter bij gebruik van bloedverdunners. 
Waar denk je aan in de volgende situatie: Treedt op als donderslag bij heldere hemel - wordt soms als knapje gevoeld. Acuut optredende zeer hevige hoofdpijn
A
Migraine
B
Clusterhoofdpijn
C
Meningitis
D
SAB

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denken we aan bij hevige hoofdpijn en meningeale prikkeling?
A
Clusterhoofdpijn
B
Migraine
C
Meningitis
D
Spanningshoofdpijn

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij U3 `hoofdpijn` staat;
recent schedeltrauma (korter dan 2 wkn.)
Hoe stellen we die vraag?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Recent schedeltrauma gehad? Waarom stellen we die vraag bij hoofdpijn?

Slide 12 - Question ouverte

Waarom zouden we die vraag stellen?

Mogelijk is er sprake van een subduraal hematoom. Dit treedt op na een schedeltrauma. Soms pas na dagen tot weken. 

De kans op een subduraal hematoom neemt toe wanneer iemand bloedverdunners gebruikt. 
Na verloop van tijd kunnen verlammingsverschijnselen, gedrags-bewustzijnsveranderingen ontstaan.
Trauma schedel

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertel maar... wat houdt deze afkorting in?

Slide 14 - Diapositive

Hoog-energetisch trauma (HET)

Hiermee wordt bedoeld dat er sprake is van een letsel waarbij groot geweld (veel energie) op het lichaam is ingewerkt. De context bepaalt of een HET acuut is of niet.
Een HET kan voorkomen in verschillende omstandigheden. 
- Onder andere val van grote hoogte (2-3 maal lichaamslengte), 

- ongeval met snelheid > 45 km/u (met autogordel om), 

- auto contra voetganger > 10 km/u,

-ongeval fietser/ motorrijder > 30 km/uur, ster in de voorruit (door hoofd), 
ongeval met beknelling.

Geheugenverlies
Bij U2:  ​Retrograde amnesie > 30 min
               ​Anterograde amnesie > 4 uur
Bij U3:
​Retrograde amnesie < 30 min
​Anterograde amnesie < 4 uur


  • waarom stellen we deze vragen? 
  • Hoe stellen we deze vragen?

Slide 15 - Diapositive

Retrograde amnesie > 30 minuten retrograde amnesie verlies je je geheugen van voordat je het trauma kreeg die het geheugenverlies veroorzaakt heeft.

Anterograde amnesie > 4 uur  Anterograde amnesie betekent dat je vanaf het moment van trauma je niks meer in je geheugen kunt opslaan.
Amnesie
U2
U3
Retrograde amnesie > 30 minuten
Anterograde amnesie > 4 uur
Retrograde amnesie < 30 minuten
​Anterograde amnesie < 4 uur
Wat betekent retro- en anterograde?
Hoe stellen we deze vragen?

Slide 16 - Diapositive

Retrograde amnesie 
retrograde amnesie verlies je je geheugen van voordat je het trauma kreeg die het geheugenverlies veroorzaakt heeft.

Anterograde amnesie 
Anterograde amnesie betekent dat je vanaf het moment van trauma je niks meer in je geheugen kunt opslaan.
Casus
Je ziet hier op het plaatje dat mw. v. Peters is gevallen met de fiets op hard zand.
 
Wat zijn hierin mooie ABCD vragen?
Welke gerichte WHAM vragen stel je? 
Mocht ze op haar hoofd zijn gevallen, is dit dan een U3?
Waarom wel of juist niet?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus
Jorn is gevallen op zijn hoofd en zit, samen met zijn moeder, bij de huisarts. Na onderzoek geeft de huisarts bij de assistent aan het schaafwondje schoon te maken + wekadvies te geven aan moeder. 

  • Welk wekadvies geef je?

Slide 18 - Diapositive

24  -  6  - 1 -  2

De patiënt moet de eerste 24 uur in de gaten worden gehouden. Een hersenbeschadiging blijkt binnen 24 uur. Een wekadvies wordt altijd pas gegeven na beoordeling door de huisarts. Het advies is als volgt: controleer de patiënt de eerste zes uur elk uur, daarna om de twee uur, ook 's nachts. Zet de wekker en laat de patiënt niet alleen. Controleer bij kinderen, die na een schedeltrauma vaak in slaap vallen, regelmatig of zij gewekt kunnen worden.
NHG-Richtlijnen
Hoofdtrauma
Neurologische uitval

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat komt er in jou op bij
het begrip
neurologische uitval?

Slide 20 - Carte mentale

Bij neurologische uitval kan er sprake zijn van uitval van:
Motoriek - verlamming
Gevoel - verdoofd/tintelingen
Gehoor
Gezichtsvermogen
Spraak

Neurologische uitval kennen we vooral van een CVA (ook wel beroerte genoemd) of TIA

In digitale versie triagewijzer: Motorische uitval, parese (spierzwakte/verlamming) of afasie (moeite met spreken en woorden vinden) , maar ook coördinatiestoornissen (=ataxie - denk aan 'dronkemansloop' ) 


Maar neurologische uitval kan ook voorkomen (al dan niet tijdelijk) bij MS/ALS hevig migraine of een hernia
Wat valt onder een beroerte?

Slide 21 - Carte mentale

Artsen spreken van een beroerte tot duidelijk is wat de oorzaak is:
  • Afsluiting door of TIA of CVA
         Herseninfarct - arteriële afsluiting
BIJ CVA= 
Cerebro Vasculair Accident: Bloedvat blijf dicht

TIA = 
Transient Ischemic Attack:        
Tijdelijke afsluiting. Herstel binnen 24uur

  • Hersenbloeding: bloedvat kapot
Begrijp de begrippen:
- Motorische uitval
- Parese 
- Afasie 
- Coördinatiestoornis

Slide 22 - Diapositive

Bij neurologische uitval denken we vaak aan en CVA (dit hoeft niet altijd de oorzaak te zijn)

Cerebrovasculair accident (ook wel stroke of beroerte genoemd)
 
Snap je de begrippen:
- Motorische uitval
- Parese (spierzwakte/verlamming)
- Afasie (dat iemand niet kan zeggen
   wat hij/zij wil zeggen= spraakstoornis
- Coördinatiestoornis
Kun jij de FAST-test uitleggen?
  • Waarvoor staat de afkorting?
  • Hoe kun je dit uitvragen?
  • Moeten alle onderdelen afwijkend zijn om van   
       neurologische  uitval te spreken?

Slide 23 - Diapositive

Face - gezicht - hangt er een mondhoek af? Je kunt patiënt vragen om met de tanden bloot te lachen 

Arms - is er uitval van kracht in de armen? - laat patiënt beide armen voor zich uitsteken

Speech - hoe is de spraak van patiënt? Dubbele tong? Onsamenhangend? brabbelend? 

Time - Hoe lang zijn de klachten al aanwezig? 

Wanneer 1 onderdeel afwijkend is en dit is recent ontstaan gaan we uit van een CVA
Waarom is het van belang om te weten hoe lang de klachten al aanwezig zijn?
Bij U1 zie ik <12 uur en bij U2 zie ik >12 uur...?

Slide 24 - Question ouverte

Dit heeft te maken met de behandeling van een herseninfarct. 
Trombolyse: medicijnen die het stolsel op kan lossen kan tot 12 uur worden toegepast.

Tot 24 uur nieuwe behandeling --> intra arteriële trombolyse

Tot 24 uur evt. ook trombectomie (via katheter het stolsel verwijderen) bij infarct
Neurologische uitval 
U2 urgentie 

Waarom is dat? 

En bij de U3: Coördinatiestoornis net voorbij?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neurologische uitval door hernia
Hoe stellen we deze vragen om erachter te komen dat deze klacht zich uit door een hernia en niet door een beroerte?

Slide 26 - Diapositive

HNP hernia nuclei pulposi - tussenwervelschijf puilt uit - oefent daardoor druk uit op een zenuwwortel - dit geeft uitstralende pijn.

Ezelsbruggetje - pijn van een hernia neemt toe bij Hoesten, Niezen, Persen (HNP...)

Wanneer de druk op de zenuwwortel groter wordt kan dit leiden tot zenuwbeschadiging en neurologische uitval --> gevoelsstoornis of krachtsverlies

Bij nekhernia - neurologische uitval in de armen

Bij rughernia - neurologische uitval in de benen (klapvoet)
Neurologische uitval door hernia: U3 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere oorzaken van neurologische uitval
Neurologische uitval kan ook worden veroorzaakt door andere ziektebeelden. Soms is het moeilijk om dit te onderscheiden van een CVA:

- Hersentumor (of metastasen) 
- Parese van Bell 

Slide 28 - Diapositive

Voornaamste verschillen met CVA:

Hersentumor/metastase --> klachten ontstaan geleidelijk, waar ze bij een CVA veel sneller ontstaan

Parese van Bell: 
-Onschuldige aangezichtsverlamming, herstelt vaak spontaan

-Oorzaken o.a. oorontsteking, herpes zoster/simplex-virus, ziekte van Lyme, complicatie operatie, schedelletsel

-Verschil met CVA: bij CVA alleen spieren rondom mond verlamd, bij perifere facialisparese de hele gezichtshelft – wenkbrauwen niet meer fronsen, oog niet meer sluiten, mond niet bewegen

klassikaal casussen oefenen doen we vnvd. 

  • Docent is patiënt

  • 2 studenten beoordelen a.h.v. het beoordelingsformulier

  • Rest typt/schrijft mee in het SOEP formulier

Slide 29 - Diapositive

Voordat dit gestart wordt nogmaals het docenten- beoordelingsformulier gezamenlijk doornemen (op de beamer)

na het gesprek klassikaal de casus bespreken.

huiswerk week 23 -- 5 juni
Onderwerpen: 
  • Insult/wegraking 
  • Trauma rug
  • Trauma nek 
  • Trauma thorax
  • Onderwerpen verdelen in de groep, we startten de volgende les met een korte pitch over alle onderwerpen daarbij schrijf je ook 1 casus. 
  • evt. extra oefenen in medilect.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions