Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
wat is reliëf?
Slide 1 - Carte mentale
Reliëf = hoogteverschil
4 vormen van relië van hoog naar laag:
1- hooggebergte > 1500m
2- middelgebergte 500-1500m
3- heuvelland 200-500m
4- laagland < 200m
Slide 2 - Diapositive
Hooggebergte: gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.
Hoogvlakte: vlak of golvend gebied dat meer dan 500 m hoog ligt.
Laagvlakte: gebied zonder hoogteverschillen dat lager ligt dan 500 m.
Laagland:
Slide 3 - Diapositive
Kaart reliëf Europa
Wat valt je op als je kijkt naar het reliëf van Nederland?
Weet jij de naam van dit gebergte?
Weet jij de naam van dit gebergte?
Slide 4 - Diapositive
wat zijn de namen van de twee gebergtes?
Slide 5 - Question ouverte
wat valt je op aan het reliëf van Nederland?
Slide 6 - Question ouverte
Europa is een schiereiland: het is aan drie kanten begrensd door zee
Slide 7 - Diapositive
Europa heeft 4 grote schiereilanden:
1- het Iberisch Schiereiland (Spanje+Portugal)
2- Italië
3- Scandinavisch Schiereiland
4- Griekenland
Slide 8 - Diapositive
Gelede kust: kust met veel inhammen. De zee kan via de inhammen diep naar binnen dringen.
Slide 9 - Diapositive
Temperatuur en reliëf
Het reliëf heeft invloed op de temperatuur
De temperatuur gaat per 100 m. met 0,6 °C omlaag
Onthouden: hoe hoger hoe kouder!
Slide 10 - Diapositive
Neerslag en reliëf
Een gebergte kan de scheiding vormen tussen een gebied waar het veel regent en een droog gebied.
Hoe werkt het?
Vochtige lucht van zee moet opstijgen tegen een gebergte. Lucht die opstijgt koelt af (hoe hoger hoe kouder) en het gaat regenen: stuwingsregen
De natte kant van een gebergte heet: loefzijde (windkant)
Aan de andere kant van het gebergte valt bijna geen neerslag omdat de lucht hier weer daalt. Dalende lucht warmt op, waterdruppels worden weer waterdamp: het is hier droog. We zeggen ook wel dat dit gebied in de regenschaduwligt.
De droge kant van een gebergte heet: lijzijde
Kijk op de volgende dia om de tekening te zien die dit uitlegt.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Reliëf en temperatuur
De Noorse kust: Scandinavisch hoogland
Temperatuur aan de Noorse kust, wat weten we nog van de vorige lessen?
Slide 13 - Diapositive
Verder naar het binnenland..
Aanlandige winden botsen tegen hooggebergte. In het binnenland heeft de aanlandige wind geen invloed meer.
De Noorse havens vriezen in de winter niet dicht, maar die in Zweden, aan de oostkust, wel.
Slide 14 - Diapositive
Reliëf en temperatuur
Hoog in de bergen van het Scandinavisch hoogland liggen gletsjers en eeuwige sneeuw.
Waarom is het eigenlijk kouder boven op een berg? Hoger is toch dichterbij de zon?
De zon verwarmt het aardoppervlak. Bij elke 100 m stijging, daalt de temperatuur met 0,6 ºC. = temperatuursgradiënt
Slide 15 - Diapositive
Kijk eens naar de neerslag kaart links (gemiddelde jaarlijkse neerslag) en vergelijk dit met de topografie in Europa. Herken je het verband tussen reliëf en neerslag?
Slide 16 - Diapositive
Welke reliëf-vormen kun je in Nederland aantreffen?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland en laagland
D
Er is geen reliëf in Nederland, het is plat
Slide 17 - Quiz
Hoe noem je deze vorm van een gebied?
A
Eiland
B
Continent
C
Gelede kust
D
Schiereiland
Slide 18 - Quiz
De havens in Zweden vriezen dicht in de winter en de havens in Noorwegen niet. Hoe kan dat?
A
De Zweedse havens liggen veel hoger
B
De Zweedse havens liggen achter een gebergte, daar is het kouder
C
De Noorse havens profiteren van de warme Golfstroom
D
De Noorse havens zijn kleiner
Slide 19 - Quiz
Stuwingsneerslag is neerslag dat opstijgt tegen een gebergte
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
De droge kant van een scheidingsgebergte noemen we: lijzijde
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Loefzijde is hetzelfde als regenschaduw
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Een gebergte kan neerslag en temperatuur tegenhouden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Hoeveel graden koelt het af als je 1500 meter stijgt?