Grammatica persoonsvormen en zinsdelen

Persoonsvorm en zinsdelen
Paragraaf 1 blz. 204
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Persoonsvorm en zinsdelen
Paragraaf 1 blz. 204

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je getal en tijd van werkwoorden herkennen.
Aan het einde van de les kan ik de persoonsvorm in een zin aanwijzen. 
Aan het einde van de les kan ik een zin in zinsdelen verdelen.

Slide 2 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm van deze zin:

Gisteren heeft het Nederlands elftal in de Nations League van Polen gewonnen.
A
gisteren
B
heeft
C
gewonnen
D
elftal

Slide 3 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin:

Gisteren heeft het Nederlands elftal in de Nations League van Polen gewonnen.
A
6
B
5
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

Alles goed?
Wat ga je nu doen?

>> Opdrachten maken in Planning NN Online:
Grammatica § 1 



Slide 5 - Diapositive

Stap 1: Op zoek naar de pv
Drie manieren om de persoonsvorm te vinden:
1: De tijdproef
Wijnaldum scoort het winnende goal.
2: De vraagproef
Krul stond gisteren in het doel.
3: De getalproef
Ik maakte een grote blunder.

Slide 6 - Diapositive

Stap 2: Zinsdelen
De zinsdeelproef: Welke woorden kun je samen vóór de persoonsvorm zetten?

Krul stond gisteren in het doel bij het Nederlands elftal.
Gisteren/ stond/ Krul/ in het doel/ bij het Nederlands elftal.
In het doel/ stond/ Krul/ gisteren/ bij het Nederlands elftal.
Bij het Nederlands elftal/ stond/ Krul/ gisteren/ in het doel.

Slide 7 - Diapositive

Doe de tijdproef:
Zaterdag begint het weekend.
A
Begint zaterdag het weekend?
B
Zaterdag is het weekend begonnen.
C
Zaterdag begon het weekend.
D
Zaterdag werd het weekend.

Slide 8 - Quiz

Wat is de persoonsvorm:
Wanneer zet jij je schoen?
A
wanneer
B
jij
C
schoen
D
zet

Slide 9 - Quiz

Hoe vind je de persoonsvorm?
A
tijdproef
B
getalproef
C
zinsdeelproef
D
coronaproef

Slide 10 - Quiz

Waar zijn de zinsdelen goed?
A
Anne/ en ik/ gaan vaak/ naar de bibliotheek.
B
Anne en ik/ gaan vaak naar de bibliotheek.
C
Anne en ik/ gaan/ vaak/ naar de bibliotheek.
D
Anne en ik gaan/ vaak/ naar de bibliotheek.

Slide 11 - Quiz


Verdeel in zinsdelen: In het bekende sprookje zijn Sneeuwwitje en de zeven dwergen goede vrienden.

Slide 12 - Question ouverte

Wat ga je nu doen?

>> 
Taak in Planning NN Online:
Grammatica §1



Slide 13 - Diapositive

Ok, deze les was ...
A
Te makkelijk, zonde van m'n tijd
B
Stiekem toch lastig. Ik ga nog even oefenen!
C
Ik wil graag wat meer uitleg
D
Ging gewoon lekker!

Slide 14 - Quiz