Herhalen bijvoeglijk naamwoord en bijwoord

Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord

Slide 1 - Diapositive

Welke zin bevat een bijwoord?
A
De brutale jongen zingt een lied.
B
De jongens vechten dapper.
C
De dappere jongens vechten.
D
Het mooie meisje zingt een liedje.

Slide 2 - Quiz

In de zin 'De auto die hij tekent is heel mooi' is het woord MOOI een:
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Quiz

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
pulchre
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Quiz

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
forte
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

het bijwoord dat afgeleid wordt van brevis, breve luidt
A
breve
B
breviter
C
brevum

Slide 7 - Quiz

het bijwoord dat afgeleid wordt van intentus luidt
A
intente
B
intentiter
C
intentum

Slide 8 - Quiz

Wat is de vertaling van deze zin?
Puella fortiter pugnat.
A
Het dappere meisje vecht.
B
De dappere meisjes vechten dapper.
C
Het meisje vecht dapper.
D
Het meisje is dapper.

Slide 9 - Quiz

Wat is de vertaling van deze zin?
Puella fortis pugnat.
A
Het dappere meisje vecht.
B
De dappere meisjes vechten dapper.
C
Het meisje is dapper.
D
Het meisje vecht dapper.

Slide 10 - Quiz

Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste type rijtje
type longus
type fortis/ingens
pulcher
felix
laetus
invitare
novus
illustris
lenis
tristis

Slide 11 - Question de remorquage

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
gen. ev.
gen. mv.
fortis
fortes
forti
fortium
fortem
fortibus
fortibus
forti
fortis
fortes

Slide 12 - Question de remorquage

Fortis wordt voor mannelijk/vrouwelijk gebruikt. Wat is de onzijdige vorm van 'fortis'?
A
fortem
B
fortum
C
forte
D
fortium

Slide 13 - Quiz

Laat de boel congrueren. 
spectatores
equis
carminibus
mandatum
ferocibus
longis
multi
difficile

Slide 14 - Question de remorquage

Laat de boel congrueren. 
nomen
noctes
militum
gladios
ingentes
pulchrum
audacium
obscurae

Slide 15 - Question de remorquage

Met welk woord in de zin congrueert 'pulchram'?
Vir pulchram feminam videt.
A
vir
B
feminam
C
geen: het is een bijwoord

Slide 16 - Quiz

Met welk woord in de zin congrueert 'forte'?
Miles forte donum puellae dat.
A
miles
B
donum
C
puellae
D
Geen: het is een bijwoord

Slide 17 - Quiz

Met welk woord in de zin congrueert
'multe'?
Femina Marci multe lacrimat.
A
Femina
B
Marci
C
Geen: het is een bijwoord

Slide 18 - Quiz

Met welk woord in de zin congrueert 'fortium'?

Homines virtutem fortium militum vident.
A
Homines
B
virtutem
C
militum
D
Geen: het is een bijwoord

Slide 19 - Quiz

Met welk woord in de zin congrueert
'Hostes audacter in bellum pugnabant.
A
Hostes
B
bellum
C
Geen: het is een bijwoord

Slide 20 - Quiz

Einde! 

Slide 21 - Diapositive