Manchet wordt strak opgepompt:De manchet wordt zo hard opgeblazen dat er geen bloed meer door de arm kan stromen.
Omdat er geen bloed stroomt, hoor je ook geen hartslag met de stethoscoop.
Manchet wordt langzaam leeggelaten:
Zodra de druk iets zakt, kan het bloed weer een beetje door de slagader stromen.
Dat hoor je als kloppende geluiden (de Korotkoff-tonen). Het eerste geluid dat je hoort is de bovendruk.
Druk blijft verder zakken:
Op een gegeven moment is de druk zo laag dat het bloed weer normaal en soepel stroomt.
Dan verdwijnen de geluiden. Het moment waarop je niets meer hoort, is de onderdruk.