Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Peuters en kleuters
MZA Doelgroepen:
Peuters en kleuters
Romy Donkers Denise Derks
MZA-A
Slide 1 - Diapositive
Een baby is kleuter af, hoe wordt dit ook wel genoemd?
A
Peuter
B
Kleuter
C
Dreumes
D
Adolescent
Slide 2 - Quiz
Tot welke leeftijd spelen kinderen graag solitair?
A
2 jaar
B
3 jaar
C
4 jaar
D
5 jaar
Slide 3 - Quiz
Een kleuter kan moelijk onscheid maken tussen fantasie of werkelijkheid?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Vanaf ongeveer welke leeftijd gaat een peuter zijn eigen naam zeggen?
A
1 jaar
B
2 jaar
C
3 jaar
D
4 jaar
Slide 5 - Quiz
Piaget beschrijft 4 stadia in de ontwikkeling van het kind. In welke stadia valt het sensomotorische stadium?
A
stadia 1
B
stadia 2
C
stadia 3
D
stadia 4
Slide 6 - Quiz
Bij een kleuter gaat ontwikkeling van de fijne moteriek langzaam. Er wordt bijvoorbeeld nog geverfd met het hele lichaam.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Wat pijn doet, of angst inboezemt, is slecht. Er is bij het kind in de eerste levensjaren nog geen ethisch besef. Het kan zelf nog geen onderscheid maken tussen 'goed' en 'slecht'. Van wie kan deze uitspraak zijn?
A
Piaget
B
Erikson
C
Freud
D
Kolhberg
Slide 8 - Quiz
Hoe noem je de fase van denken in het volgende voorbeeld: Sinterklaas is 600 jaar en hij rijdt met zijn schimmel op de daken.
A
concreet-operationele fase
B
preoperationele fase
Slide 9 - Quiz
Rond welk jaar begint de "waarom-vraag" periode bij het kind?
A
2 jaar
B
3 jaar
C
4 jaar
D
5 jaar
Slide 10 - Quiz
Rond welke periode begint de "is-dat" periode bij het kind?
A
2 jaar
B
3 jaar
C
4 jaar
D
5 jaar
Slide 11 - Quiz
Waar staat de regel van "billijkheid" voor?
A
Iedereen krijgt evenveel recht
B
Iedereen krijgt gelijk aan de behoefte
C
Iedereen krijgt evenreding aan de inspanningen die geleverd zijn