Balansen en kengetallen

Balansen en kengetallen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
HandelMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Balansen en kengetallen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
  • Planning tot aan de zomervakantie
  • Uitleg nieuwe onderwerp
  • Sommen maken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • De student kan uitleggen wat een investeringsbegroting is en waarvoor deze wordt gebruikt.
  • De student herkent het verschil tussen eigen vermogen en vreemd vermogen.
  • De student kan de onderdelen van een balans benoemen en toelichten.
  • De student kan een eenvoudige balans samenstellen op basis van gegeven gegevens.
  • De student kan uitleggen wat een openingsbalans is en hoe die tot stand komt.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning tot aan de zomer

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je allemaal nodig om een bedrijf te starten?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Investeringsbegroting.  Links: welke bedrijfsmiddelen heb ik nodig?
Rechts: Hoe ga ik deze bedrijfsmiddelen financieren?

Slide 6 - Diapositive

Investeringsbegroting
Een investeringsbegroting laat zien welke bedrijfsmiddelen je nodig hebt.

Dit bepaalt de totale vermogensbehoefte (hoeveel geld heb je nodig?).
Opbouw balans
VA
Bezittingen die voor langere tijd in je bedrijf worden gebruikt en niet bedoeld zijn om door te verkopen.
VLA
Vlottende activa zijn bezittingen van een bedrijf die binnen een jaar in geld kunnen worden omgezet of die al in liquide vorm zijn.
EV
Eigen vermogen geeft aan hoeveel waarde de eigenaren in hun bedrijf hebben gestoken.
VVL
Schulden met een looptijd langer dan een jaar
VVK
Schulden die binnen een jaar moeten worden voldaan.
Debet
Credit

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt onder de vlottende activa?
A
Inventaris
B
Debiteuren
C
Rekening courant krediet
D
Hypotheek

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypotheek
Voorraad
Bedrijfsauto's 
Bank en kas
Vlottende activa
Eigen Vermogen
Vreemd vermogen kort
Vreemd vermogen lang
Vaste Activa
Crediteuren
Gebouwen
Rekening courant krediet

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Handige feitjes
  • Alle bedragen op de balans zijn exclusief BTW
  • De post 'te vorderen BTW' en 'te betalen BTW' kan wel op de balans voorkomen
  • Op de balans staan geen kosten of opbrengsten genoemd. Deze horen thuis op de exploitatiebegroting.  
  • Op de balans zijn geen inkomsten of uitgaven genoemd. Deze horen thuis op de liquiditeitsbegroting.
  • Een balans is altijd een momentopname. 
  • Ieder tijdvak start met een (begin)balans en eindigd met een (eind)balans. 
  • Een balans is altijd in evenwicht. Links en rechts is even hoog!

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Maak opdracht 1, 2 en 3 uit de reader.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veranderingen in de balans
Pak opgave 1 er nog eens bij. Welke rekeningen veranderen bij de volgende gebeurtenis?
  1. Je koopt nieuwe voorraad in
  2. Je lost af op een lening
  3. Een debiteur betaald zijn openstaande schuld
  4. Je verkoopt goederen in op rekening

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions