Les 7 Informatieve teksten

Nederlands
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • Herken en begrijp ik informatieve teksten.
  • Kan ik de waarde van de informatie in deze teksten beoordelen.

Slide 2 - Diapositive

Informatieve teksten
Wat is een informatieve tekst?
  • Een informatieve tekst geeft informatie over een onderwerp.
  • De schrijver legt iets uit, beschrijft iets of maakt iets duidelijk.
  • De tekst bestaat vooral uit feiten.
  • De schrijver geeft geen eigen mening.



Slide 3 - Diapositive

Voorbeelden van informatieve teksten
Een weerbericht
→ Je leest wat voor weer het wordt. (Bijvoorbeeld: "Morgen wordt het 15 graden en het gaat regenen.")

Een handleiding van een telefoon
→ Legt uit hoe de telefoon werkt. (Bijvoorbeeld: "Druk op deze knop om het geluid aan te zetten.")

Een folder van de huisarts over griep
→ Je leest wat griep is en wat je kunt doen.

Een schoolboek over de Romeinen
→ Vertelt hoe de Romeinen vroeger leefden.

Een artikel over gezonde voeding
→ Geeft informatie over wat goed voor je is.

Slide 4 - Diapositive

Informatieve teksten
Hoe schrijf je een informatieve tekst:
  • gebruik een schrijfplan bij langere teksten
  • vaste tekststructuren 

Slide 5 - Diapositive

Een informatieve tekst is altijd subjectief.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Een voorbeeld van een informatieve tekst is:
A
Een reclame
B
Een sprookjesverhaal
C
Een recensie van een film
D
Een nieuwsbericht

Slide 7 - Quiz

In een informatieve tekst beschrijf je jouw mening.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Informatieve teksten
Een vaste structuur:
  • Inleiding - aanleiding/introductie
  • Middenstuk - deelonderwerpen
  • Slot - conclusie/samenvatting

Slide 9 - Diapositive

Schrijfplan
  • Voordat je begint met schrijven maak je een plan
  • Hiervoor gebruik je de 5W + H vragen
  • Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe 

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag!
Maak alle opdrachten (+ extra opdrachten) onder:
NN Lezen, luisteren, kijken 2.1 - Informatieve teksten 


Slide 11 - Diapositive