Voeding

Voeding
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Voeding

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen: 
1. uitleggen waarom voeding belangrijk is ?
2. De zes voedingsstoffen benoemen
3. het verschil uitleggen tussen gezonde en ongezonde voeding
4. Een gezondere keuze maken bij eten 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Voeding en water zijn de brandstoffen voor ons lichaam


Je hebt voeding nodig om alles te kunnen doen wat je wilt doen op een dag. Niet alleen qua bewegen, maar ook op het gebied van concentreren, nadenken en het laten functioneren van organen.

Slide 4 - Diapositive

In voeding zitten voedingsstoffen
  • Koolhydraten 
  • Vetten  
  • Eiwitten    
  • Vitaminen 
  • Mineralen 
  • Water 

Slide 5 - Diapositive

In welke voedingsstoffen zit energie?
A
Koolhydraten, Water, Vitaminen
B
Allemaal
C
Koolhydraten, Vetten, Eiwitten
D
Eiwitten, Vitaminen, Mineralen

Slide 6 - Quiz

Calorieën
Een calorie is een maat voor de hoeveelheid energie in eten. De hoeveelheid energie wordt berekend in kilocalorieën (afkorting kcal). Een kcal is dus 1000 calorieën.

Man: +/- 2500 calorieën per dag
Vrouw: +/- 2000 calorieën per dag

Hoe meer je sport/beweegt, hoe meer calorieën je nodig hebt.

Slide 7 - Diapositive

1 appel 60 kcal
1 blikje cola 140 kcal

Slide 8 - Diapositive

Water
Per dag velies je zo'n 1,5 á 2 liter vocht
Dit verlies je o.a. door urine, zweten en uitademen.

Dit moet je weer aanvullen door de inname van water, maar hoeveel?

Formule: 0,03 x lichaamsgewicht = minimale waterinname Dus iemand van 80 kilo moet 2.4 liter water drinken. 

Slide 9 - Diapositive

Koolhydraten 
Koolhydraten worden in de volksmond ook vaak suikers genoemd. 

Je hebt twee soorten koolhydraten

Snelle en langzame koolhydraten

Slide 10 - Diapositive

Koolhydraten
Voorbeelden langzame koolhydraten 
  • Zilvervliesrijst 
  • Volkoren pasta 
  • Volkoren brood 
  • Groenten 
  • Fruit 
  • Melk 
  • Yoghurt 
Voorbeelden snelle koolhydraten 
  • Suiker (voor bijv. in de koffie)
  • Frisdrank (geen light) 
  • IJs 
  • Koek 
  • Alles met wit meel (wit brood, witte rijst) 

Slide 11 - Diapositive

Vetten
Vetten zijn niet altijd ongezond, maar vaak wel!

Vet zorgt ervoor dat je het minder snel koud hebt, vitamines beter opneemt en het fungeert als energieopslag.

Je hebt verzadigde (ongezonde) en onverzagdigde (gezonde) vetten.

Slide 12 - Diapositive

Vetten
Slechte vetten (verzadigd)
  • Roomboter
  • Vet vlees
  • Chocolade, koek, gebak, snacks
  • Volle melkproducten, kaas
 
Goede vetten (onverzadigd)
  • Vloeibare bakproducten
  • Vette vis
  • Oliën
  • Noten

Slide 13 - Diapositive

Eiwitten

Slide 14 - Diapositive

Eiwitten = proteïne
Aanbevolen hoeveelheid: 0,8 gram eiwitten per 1 kilo lichaamsgewicht. Dus 64 gram voor iemand van 80 kilo. 

Vegetariërs, kinderen en zwangere vrouwen moeten meer eiwitten eten. 

Tekort aan eiwit = Afbraak van spieren 

Slide 15 - Diapositive

 Groepsopdracht: Gezonde & Ongezonde Voeding
Kies in je groep 5 gezonde en 5 ongezonde producten

Slide 16 - Diapositive

Product: Cola

Gezond? ❌ Nee

Waarom? Veel suiker

Voedingsstoffen: Snelle koolhydraten (suiker)

Tip: Drink water met fruit

Slide 17 - Diapositive