Les 1: verlicht stappenplan

Leerdoelen

1. Ik kan een stappenplan opstellen waarin de verlichte gedachtegangen van John Locke, Voltaire en Montesquieu zijn verwerkt.

2. Ik kan met behulp van het opgestelde stappenplan verlichte gedachtegangen filteren uit bronnen.

Wat was de standenmaatschappij in de 17e eeuw?

1. Samenleving waarin iedereen gelijk was.
2. Samenleving waarin handelaren een hoge status hadden.
3. Samenleving waarin de koning absolute macht had.
4. Samenleving verdeeld in drie sociale klassen.

Welk begrip vind je bij bron 1 passen? Leg uit waarom.

Welke zin legt de Verlichting het beste uit?

1. Periode van religieuze overtuigingen als belangrijkste bron voor kennis.
2. Tijd waarin de nadruk lag op rede, wetenschap en rechten voor de mens.
3. Tijd waarin kunst en literatuur de belangrijkste focus hadden.
4. Periode waarin de geestelijkheid de absolute macht wilden realiseren.

Welke uitspraak hoort bij welke Verlichte denker?

Montesquieu

John Locke

Montesquieu

Een absolute macht brengt altijd problemen!

Elk mens heeft recht op grondrechten!

Een uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht brengt meer gelijkheid!

Elk mens hoort het recht op vrijheid, gelijkheid en bezit te hebben!

Iedereen moet vrij zijn om te geloven wat hij wil.

God is als een horlogemaker, heeft de wereld geschapen, maar het is aan de mens om het zijn eigen wetten te maken.

Leerdoelen

1. Ik kan een stappenplan opstellen waarin de verlichte gedachtegangen van John Locke, Voltaire en Montesquieu zijn verwerkt.

2. Ik kan met behulp van het opgestelde stappenplan verlichte gedachtegangen filteren uit bronnen.

Stappenplan +

In leerjaar 1 en 2 heb je de bronnenkaart gebruikt om bronnen te leren analyseren. Vandaag ga je in tweetallen de bronnenkaart veranderen tot een stappenplan waarmee je Verlichte gedachtegangen uit bronnen kan filteren.

Stappenplan +

Overleg in tweetallen: wat zouden jullie aanpassen aan de bronnenkaart, zodat het helpt bij het filteren van een verlichte gedachtegang uit een bron?

Noteer op een A4 papier.

Stappenplan +

Voltaire geloofde dat God, nadat hij de wereld had gemaakt, zich terugtrok en zich niet meer bemoeide met wat er in de wereld gebeurde. Het is aan de mens om zelf wetten te ontwikkelen.

Locke vond dat alle mensen vrij en gelijk geboren waren en hebben recht op grondrechten, zoals het recht op vrijheid, leven en bezit. 

Montesquieu kwam tot de conclusie dat een alleenheerser zijn macht altijd zou misbruiken en hij bedacht de driemachtenleer: uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht. 

Begrippen verwerken:

- Symboliek en afbeeldingen.

- Boodschap

- verlichte ideeën.

Voorbeeld

1. Beschrijf welke symbolen of afbeeldingen je ziet.

2. Staat er informatie bij de bron?

3. Wat weten we over de bron?
- Over de maker?
- Voor wie is het gemaakt?

- Wat is de boodschap? --> past dit bij een Verlichte denker?

- Waar/wanneer is het gemaakt?

4. Past de bron bij een gebeurtenis of persoon?

Montesquieu: driemachtenleer.


Locke: gelijkheid, vrijheid, bezit vanaf geboorte.

Voltaire: godsdiensttolerantie: horlogemaker.

Stappenplan +

Voltaire geloofde dat God, nadat hij de wereld had gemaakt, zich terugtrok en zich niet meer bemoeide met wat er in de wereld gebeurde. Het is aan de mens om zelf wetten te ontwikkelen.

Locke vond dat alle mensen vrij en gelijk geboren waren en hebben recht op grondrechten, zoals het recht op vrijheid, leven en bezit. 

Montesquieu kwam tot de conclusie dat een alleenheerser zijn macht altijd zou misbruiken en hij bedacht de driemachtenleer: uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht. 

Begrippen verwerken:

- Symboliek en afbeeldingen.

- Boodschap

- verlichte ideeën.

Toepassen

- Docent deelt werkblad met bronnen uit.

- Pas in tweetallen het hernieuwde stappenplan toe op de bronnen.

- Laat je denkstappen horen!

Evaluatie

Afsluitend gaan we klassikaal nog twee bronnen analyseren. Iedereen geeft antwoord, vervolgens bespreken we klassikaal hoe enkele tweetallen tot hun antwoord is gekomen.

Welke verlichte denker past het meest bij deze bron? Leg uit waarom.

Welke verlichte denker past het best bij de bron?

1. Voltaire
2. John Locke
3. Montesquieu