Bloedstolling

• BSA
• MBO
• Studiejaar 2

Waar staat de afkorting DOAC
voor ?

combineer merknaam en werkzame stof

eliquis

pradaxa

lixiana

apixaban

dabigatran

edoxaban

HOE HEET EEN BLOEDPROPJE DAT IN DE ADER VAST ZIT?

1. TROMBOSE
2. TROMBOLYT
3. EMBOLIE
4. EMBOLIET

VUL IN

1.

2.

4.

BENOEM  1,2 EN 4

IN DE HANDVERKOOP KUN JE MENSEN DIE ACENOCOUMAROL GEBRUIKEN BETER GEEN IBUPROFEN AANRADEN

1. JUIST
2. ONJUIST

ZOEK EEN FOTO VAN EEN IN WERKING GETREDEN BLOEDSTOLLING.

WAT IS HET GEVAAR VAN EEN TE TRAAG WERKENDE BLOEDSTOLLING?

WELKE GROEP GENEESMIDDLEN BEHOREN NIET TOT DE ANTI-TROMBOTICA?

1. TROMBOCYTAGGREGA- TIE REMMERS
2. HEPARINE EN AFGELEIDEN
3. BLOEDSTOLLINSFACTOREN
4. VITAMINE K ANTAGONISTEN

vITAMINE K IS EEN ANTIDOTUM VOOR DE DOACS

1. JUIST
2. ONJUIST

ACETYLSALICYLZUUR BEHOORT TOT DE:

1. DOAC
2. TROMBOCYTAGGRE- GATIEREMMERS
3. VITAMINE KANTAGONISTEN
4. HEPARINE EN AFGELEIDEN

WANNEER MOET JE DE TROMBOSEDIENST INSCHAKELEN?

1. BIJ INTERACTIES TUSSEN TROMBOCYTAGGGREGATIEREMMER EN ANDERE GENEESMIDDELEN
2. BIJ INTERACTIES TUSSEN CUMMARINEDERIVATEN EN ANDEREGENEESMIDDELEN
3. BIJ ALLE INTERACTIES
4. NOOIT, JE SCHAKELT DE HUISARTS IN