Grammatica - woordsoorten

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Noteer de zelfstandig naamwoorden
Zin: Sjoerd verhuist met zijn familie naar Dordrecht.
Antwoord: Sjoerd, familie, Dordrecht

Slide 8 - Diapositive

Wie heeft in het weekend die oorlogsfilm op tv gezien?

Slide 9 - Question ouverte

Linda maakt leuke, houten armbandjes om te verkopen.

Slide 10 - Question ouverte

Wouter heeft al nieuwe schaatsen gekocht voor de winter.

Slide 11 - Question ouverte

In Gorinchem kun je koeken kopen in een traditioneel blik.

Slide 12 - Question ouverte

De directie vraagt uw aandacht voor de nieuwe schoolregels.

Slide 13 - Question ouverte

In de zomer hadden we veel plezier van ons tweedehands motorbootje.

Slide 14 - Question ouverte

Zelfstandig naamwoord of niet?
Je hoeft enkel op 'ja' of 'nee' te drukken.

Slide 15 - Diapositive

Bloemist is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Verdriet is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Schoonmaakemmer is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Mooi is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Ideaal is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Slim is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Geslaagd is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Fiets is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Over is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Daniel is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Gouden is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Verheugt is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Terras is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Mager is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Voetballen is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Interesse is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Kinderachtig is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quiz

Venlo is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quiz

Zondag is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quiz

Mocht is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quiz

Dus is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quiz

Heerhugowaard is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quiz

Bij is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quiz

Liever is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 39 - Quiz

Verf is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 40 - Quiz

Goud is een zelfstandig naamwoord
A
Ja
B
Nee

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive