de eerste en vierde naamval herhalen

De 1e en 4e naamval
Deze les herhaal je de eerste en vierde naamval. Je krijgt uitleg en maakt verschillende opdrachten. 

Snap je iets niet, steek dan je vinger op, dan kan de docent je komen helpen. 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De 1e en 4e naamval
Deze les herhaal je de eerste en vierde naamval. Je krijgt uitleg en maakt verschillende opdrachten. 

Snap je iets niet, steek dan je vinger op, dan kan de docent je komen helpen. 

Slide 1 - Diapositive

Lernziele
Aan het einde van de les .....

  • ken ik de belangrijkste Duitse voorzetsels voor  de vierde naamval. 
  • kan ik de 1e en 4e naamval in een zin herkennen. 
  • kan ik de vierde naamval goed toepassen in een zin.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog over?
Naamvallen

Slide 3 - Carte mentale

Hoe heet de 1e naamval in het Nederlands?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
persoonsvorm
D
onderwerp

Slide 4 - Quiz

Met welke vraag vind je het onderwerp van een zin?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe heet de vierde naamval in het Nederlands?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
persoonsvorm

Slide 6 - Quiz

Met welke vraag vind je het lijdend voorwerp in een zin?

Slide 7 - Question ouverte

Hieronder vind je de voorzetsels van de vierde naamval. Als een van deze voorzetsels in de zin staat, staat het zinsdeel erachter altijd in de vierde naamval. Het is belangrijk dat je de betekenis van de voorzetsels kent. Verbind het Duitse voorzetsel met de Nederlandse betekenis. 
durch
für
gegen
ohne
um
door
voor
tegen
zonder
om

Slide 8 - Question de remorquage

Uitleg 1e en 4e naamval
In de volgende dia vind je een uitlegvideo over de 1e en 4e naamval. Je kunt er zelf voor kiezen om deze video te kijken of over te slaan. Heb je na de video vragen, dan kun je altijd een vinger opsteken. De docent komt dan bij je langs. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Wat is het onderwerp in deze zin?
Wir haben gestern ein Eis gegessen.
A
ein Eis
B
gestern
C
wir
D
haben

Slide 11 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Wir haben gestern ein Eis gegessen.
A
ein Eis
B
gestern
C
wir
D
haben

Slide 12 - Quiz

Wat is de 1e naamval in deze zin?
Meine Eltern haben einen Hund gekauft.
A
Meine Eltern
B
einen Hund
C
haben
D
gekauft

Slide 13 - Quiz

Wat is de 4e naamval in deze zin?
Meine Eltern haben einen Hund gekauft.
A
Meine Eltern
B
einen Hund
C
haben
D
gekauft

Slide 14 - Quiz

De vierde naamval oefenen
In de volgende dia's ga je de vierde naamval oefenen en herhalen. 
Neem bladzijde 13 in je boek erbij. Hier staan de der-gruppe en ein-gruppe. Ook staat de uitleg hier nog een keer als je deze nog een keer wil doorlezen. 

Slide 15 - Diapositive

Für ............ Schwester.
A
mein
B
meine
C
meinen

Slide 16 - Quiz

Gegen ............. Bruder.
A
deinen
B
dein
C
deine

Slide 17 - Quiz

Ohne ............ Vater.
A
der
B
die
C
den
D
das

Slide 18 - Quiz

Durch ......... Schule (v).
A
der
B
die
C
den
D
das

Slide 19 - Quiz

Sie will lieber ohne mein..... Vater Schuhe kaufen gehen.

Slide 20 - Question ouverte

Für d.......... Verein (m) ist dieses Spiel sehr wichtig.

Slide 21 - Question ouverte

Sie gewinnt oft gegen ........ Vater.

Slide 22 - Question ouverte

Sie macht sich sorgen um ihr...... Mutter.

Slide 23 - Question ouverte

Wenn sie gegen mein...... Freundin verliert, findet meine Schwester das Blöd.

Slide 24 - Question ouverte

Es gibt einfach keine Lösung für d..... Problem (o).

Slide 25 - Question ouverte

Hier, der Ball ist für dein.......... Bruder.

Slide 26 - Question ouverte

Ich habe gegen mein........ Trainer gewonnen.

Slide 27 - Question ouverte

Ich mache mir Sorgen um ihr...... Freundin.

Slide 28 - Question ouverte

Heeft de Lessonup je geholpen de vierde naamval te herhalen?
Ja
Nee
Gedeeltelijk

Slide 29 - Sondage

Heeft de lessonup je geholpen de voorzetsels van de vierde naamval te begrijpen?
ja
nee
gedeeltelijk

Slide 30 - Sondage

Hoe vond je het om te werken met lessonup voor de uitleg van grammatica?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

Klaar?
Ben je klaar en begrijp je alles. Dan mag je in je boek Grammatik B doorlezen op bladzijde 21. 

Ben je daarmee klaar, dan mag je de tekst "Joris im Interview" op bladzijde 67 lezen en opdracht 6 maken. 

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Lien