De moderne rechtsstaat

De moderne rechtsstaat
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

De moderne rechtsstaat

Slide 1 - Diapositive

-Terugkoppelen op de toets 
-Fysiek onderwijs op school
-We behandelen de belangrijke begrippen van het thema Rechtsstaat
hoofdstuk 1 op blz 206
-Gezamelijke opdracht

Slide 2 - Diapositive

Hoe ging de toets pluriforme samenleving?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Online onderwijs of fysiek op school
Online onderwijs
Fysiek op school

Slide 4 - Sondage

Waar denk je aan bij
een rechtsstaat?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Diapositive

Als basis voor onze rechtsstaat
Noem eens een aantal grondrechten van jou als burger
GRONDWET

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Triaspolitica 
Scheiding van driemachten:
  1.  Wetgevende macht
  2.  Rechtsprekende  macht
  3. Uitvoerende macht.

Slide 10 - Diapositive

Waar zijn rechtsregels goed voor?

Slide 11 - Question ouverte

Welke regels/ wetten overtreed jij regelmatig?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Wat is het verschil tussen rechten en plichten
A
Rechten en plichten zijn hetzelfde
B
Rechten zijn dingen die je moet, plichten dingen die je mag
C
Rechten hebben we niet in Nederland, plichten wel
D
Rechten zijn dingen die je mag en plichten zijn dingen die je moet

Slide 14 - Quiz

Wat is geen kenmerk van een rechtsstaat?
A
De overheid moet zich aan de wet houden
B
Je hebt grondrechten
C
De bevolking heeft invloed
D
Er is een afhankelijke rechterlijke macht

Slide 15 - Quiz

Wat is de trias politica?
A
De klassieke grondrechten van een land
B
De scheiding van de politieke macht in drie onderdelen
C
Een land waar de rechten en de plichten van de mensen zijn vastgelegd
D
De machten liggen bij één persoon

Slide 16 - Quiz

Wat is geen kenmerk van een rechtsstaat?
A
De overheid moet zich aan de wet houden
B
Je hebt grondrechten
C
De bevolking heeft invloed
D
Er is een afhankelijke rechterlijke macht

Slide 17 - Quiz

Botsende grondrechten

Slide 18 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 19 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 20 - Question ouverte