Les 9 en 10

les 9
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Hoger onderwijs

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

les 9

Slide 1 - Diapositive

Converatietraining

Slide 2 - Diapositive

Les 5 juni 2025

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive


A
Waar?
B
Wanneer?
C
Wie?
D
Wat?

Slide 5 - Quiz


A
Waar?
B
Wanneer?
C
Wie?
D
Wat?

Slide 6 - Quiz


A
Waar?
B
Wanneer?
C
Wie?
D
Wat?

Slide 7 - Quiz


A
Waar?
B
Wanneer?
C
Wie?
D
Wat?

Slide 8 - Quiz

Waar woon jij?
A
Emma
B
in Rotterdam
C
een vrouw

Slide 9 - Quiz

Wat is je naam?
A
Emma
B
in Rotterdam
C
een vrouw

Slide 10 - Quiz

Wie is hij?
A
Jeroen
B
in Arnhem
C
een vrouw

Slide 11 - Quiz

Wat hoor je?
A
een bus
B
uit Afghanistan
C
in Den Haag

Slide 12 - Quiz

Waar kom je vandaag?
A
een bus
B
uit Afghanistan
C
in Den Haag

Slide 13 - Quiz

... woon jij? Ik woon in Lelystad.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 14 - Quiz

... hoor jij? Ik hoor een trein.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 15 - Quiz

...kom je vandaan? Ik kom uit Eritrea.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 16 - Quiz

... is zij? Zij is Vera.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 17 - Quiz

... ga je op vakantie? Ik ga morgen op vakantie.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 18 - Quiz

... ben jij? Ik ben Bart.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 19 - Quiz

... is je naam? Mijn naam is Ruud.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 20 - Quiz

... is de pauze? De pauze is om 11 uur.
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Wanneer

Slide 21 - Quiz

... woon jij? Ik woon in Almere
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wat

Slide 22 - Quiz

... dagen ga je naar school? Ik ga twee dagen naar school.
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wat

Slide 23 - Quiz

... lees je? Ik lees een boek.
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wat

Slide 24 - Quiz

... ga je naar je oma? Ik ga in het weekend naar mijn oma.
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wie

Slide 25 - Quiz

... is de docent? De docent is buiten.
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wie

Slide 26 - Quiz

... ga je naar school? Ik ga op dinsdag naar school.
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wie

Slide 27 - Quiz

... is hij? Hij is mijn broer
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wie

Slide 28 - Quiz

... kinderen hebben jullie? Wij hebben twee kinderen.
A
Waar
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wat

Slide 29 - Quiz

Cursus (Les 6 - Blz. 80)
Lees nr 2 
stel elkaar vragen
Daarna tot blz. 89

Slide 30 - Diapositive

Les 10

Slide 31 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien

Les 7 
Blz.92 tot 99

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive