Praat je mee 8.2*

Goedemorgen.
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen.

Slide 1 - Diapositive

Hoe gaat het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Welke dag is het vandaag? 
Wat is de datum? 

Slide 3 - Diapositive

Hoe ben jij vandaag op school gekomen?
A
met de fiets
B
met de auto
C
met de bus
D
lopend

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Waar gaat Daan naar toe?
A
naar de winkel
B
naar de bibliotheek
C
naar school
D
naar muziekles

Slide 7 - Quiz

Hoe gaat Daan naar muziekles?
A
met de bus
B
met de auto
C
lopend
D
met de fiets

Slide 8 - Quiz

Hoe laat gaat de bus van Daan?
A
om half 10
B
om half 11
C
om half 12
D
11 uur

Slide 9 - Quiz

Hoelang moet Daan wachten?
A
15 minuten
B
20 minuten
C
10 minuten
D
5 minuten

Slide 10 - Quiz

Digitale en analoge tijd

Slide 11 - Diapositive

Kun jij twee digitale tijden opnoemen?
Zie het voorbeeld hieronder:



01:00 & 13:00






Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Het is 5 uur. Welke twee digitale tijden horen daarbij?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Het is 9 uur. Welke twee digitale tijden horen daarbij?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Het is 11 uur. Welke twee digitale tijden horen daarbij?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe laat is het?
11:30
A
Half 10
B
Half 11
C
Half 12
D
Half 5

Slide 19 - Quiz

Hoe laat is het?
05:20
A
10 voor half 6
B
10 over half 5
C
10 voor half 5
D
10 over half 6

Slide 20 - Quiz

Hoe laat is het?
08:30
A
Half 8
B
Half 9
C
Half 10
D
8 uur

Slide 21 - Quiz

Hoe laat is het?
13:10
A
10 voor 1
B
10 over 13
C
10 voor 12
D
10 over 1

Slide 22 - Quiz

Hoe laat is het?
17:45
A
Kwart over 8
B
Kwart voor 5
C
Kwart voor 7
D
Kwart voor 6

Slide 23 - Quiz

Hoe laat is het?
20:00
A
6 uur
B
7 uur
C
8 uur
D
9 uur

Slide 24 - Quiz

Op welk moment van de dag is het?
13:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht

Slide 25 - Quiz

Op welk moment van de dag is het?
05:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht

Slide 26 - Quiz

Op welk moment van de dag is het?
10:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht

Slide 27 - Quiz

Hoeveel uren heeft een dag?
A
21 uren
B
18 uren
C
6 uren
D
24 uren

Slide 28 - Quiz

Hoeveel maanden heeft een jaar?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Klokkijken

Slide 32 - Diapositive