H3 Kapitel 5 Stunde 4

Stunde 4
Kapitel 5: Zukunft
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Stunde 4
Kapitel 5: Zukunft

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lernziele (leerdoelen)
Je kunt de sterke werkwoorden met a en e in de stam in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was machen wir heute?
Planner - Übersicht Periode
  1. Grammatik A + machen Aufgabe 20 (Seite 67)
  2. Grammatik B + machen Aufgabe 24 (Seite 70)
Abschluss der Stunde / Hausaufgaben in Kalender (agenda)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jetzt....... Grammatik A
Betreft: Sterke werkwoorden met a in de stam (in de tegenwoordige tijd) 
fahren - fuhr - gefahren (rijden - reed - gereden)
voldoet aan twee kenmerken van een sterk werkwoord:
1. klankverandering in de verleden tijd
2. voltooid deelwoord op - en

Regel: a -> ä 
            bij du + er/sie/es/man

Voorbeeld: ich fahre
                     du fährst, er fährt
in NL zwak = meestal in DU ook zwak
Dit noemen we a-Umlaut

Slide 4 - Diapositive

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik A
lernen
= leren = zwak
fahren
= rijden = sterk
ich
lerne
ich
fahre
du
lernst
du 
fährst
er/sie/es/man
lernt
er/sie/es/man
fährt
wir
lernen
wir
fahren
ihr
lernt
ihr
fahrt
sie/Sie
lernen
sie/Sie 
fahren

Slide 5 - Diapositive

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik A
schlafen
slapen = sterk
ich
schlafe
du
schläfst
er/sie/es/man
schläft
wir
schlafen
ihr
schlaft
sie/Sie
schlafen
slapen - sliep - geslapen
schlafen - schlief - geschlafen
= sterk werkwoord
Opdracht: 
Bedenk en schrijf in je schrift: 
de juiste vormen van  
tragen + laufen (het rijtje)

Slide 6 - Diapositive

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik A
tragen
dragen
laufen
ich
trage
laufe
du
trägst
läufst
er/sie/es/man
trägt
läuft
wir
tragen
laufen
ihr
tragt
lauft
sie/Sie
tragen
laufen
dragen droeg gedragen
tragen trug getragen
= sterk
lopen liep gelopen
laufen lief gelaufen

Slide 7 - Diapositive

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik A
halten
stoppen
ich
halte
du
hältst (dus niet: hältest)
er/sie/es/man
hält (dus niet: hältet)
wir
halten
ihr
haltet
sie/Sie
halten
Uitzondering: 
bij sterke werkwoorden komt er geen extra e bij
du + er/sie/es

(uitzondering staat niet in het boek beschreven)

Slide 8 - Diapositive

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik A
Machen: Aufgabe 20 + 21 (Seite 67+68)
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik A
Aufgabe 20
1. wasche ich
2. Robert (er) fährt
3. gefällt (es/das Geschäft)
4. Annika (sie) schläft
5. lasst ihr
6. tragen Sie
7. hält der Bus (er)
8. fängt die Vorstellung (sie) an

Aufgabe 21: läufst du, du fährst, trägst du, es gefällt dir, lässt 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jetzt....... Grammatik B
Betreft: Sterke werkwoorden met e in de stam (in de tegenwoordige tijd) 
sprechen - sprach - gesprochen (spreken - sprakt - gesproken)
voldoet aan twee kenmerken van een sterk werkwoord:
1. klankverandering in de verleden tijd
2. voltooid deelwoord op - en

Regel: korte e -> i
            lange e -> ie
            bij du + er/sie/es/manhttps://lessonup.webinargeek.com/watch/BlaIDUrwH1ytShxb6tlppAJRppSwuPG84Pxj5d_Li5Q/

Voorbeeld: ich spreche, du sprichst, er spricht  / ich sehe, du siehst, er sieht
Dit noemen we de e/i-wechsel

Slide 11 - Diapositive

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik B
eten
= essen
lezen 
= lesen
ich
esse
ich
lese
du
isst
du 
liest
er/sie/es/man
isst
er/sie/es/man
liest
wir
essen
wir
lesen
ihr
esst
ihr
lest
sie/Sie
essen
sie/Sie 
lesen

Slide 12 - Diapositive

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik B
Uitzondering: 
geben: heeft een lange e maar krijgt toch een korte i:
ich gebe
du gibst
er/sie/es/man gibt

nehmen: heeft een afwijkende vorm
ich nehme
du nimmst
er/sie/es/man nimmt

Slide 13 - Diapositive

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik A

Slide 14 - Diapositive

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Sprechen

Slide 15 - Diapositive

13.15 mee stoppen!

Jetzt....... Grammatik A
Machen: Aufgabe 24 + 25 (Seite 70)

25: 
essen
fern - sehen (televisie kijken)
schlafen
lesen
tragen
timer
5:00

Slide 16 - Diapositive

13.15 mee stoppen!

Abschluss der Stunde
      Rückblick: Lernziele erreicht?






      Blijf op je plek tot de docent aangeeft dat het lesuur voorbij is. 
      Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter. Danke! 
      Hausaufgaben: 

      Lernen für SO Sprachstadt 

      Slide 17 - Diapositive

      Cet élément n'a pas d'instructions