ZG3A woensdag 14 december 3.3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Welkom

Ga rustig zitten.

Pak alvast je boek, pen en rekenmachine.

Vandaag

Terugblikken op paragraaf 3.2

uitleg van paragraaf 3.3 (budgetteren)

Zelfstandig aan het werk

Lesdoelen

Aan het einde van deze weet je:

- wat een budgetplan is

- wat dagelijkse uitgaven, vaste lasten en incidentele uitgaven zijn.

- op welke manieren je zou kunnen bezuinigen.

Zonder tegenprestatie

Denk even na over welke inkomen zonder tegenprestaties er zijn. Ik vraag zo dadelijk 3 personen hier naar.

Kijk in je boek paragraaf 3.2

Budgetplan

Een overzicht tussen je verwachte inkomsten en verwachte uitgaven.

inkomsten

uitgaven

Budgetplan

inkomsten

uitgaven

Noem eens een voorbeeld van inkomsten

Noem eens een voorbeeld van uitgaven

Is hier sprake van een overschot of een tekort?

inkomsten	uitgaven
Loon. 1400	Vaste lasten. 900 Boodschappen. 150 Brandstof. 125

Bezuinigingen

Op welke manieren zou je kunnen bezuinigingen?

Budgetplan

De inkomsten en uitgaven in een budgetplan moeten aan elkaar gelijk zijn.

Bij een overschot kun je dus gaan sparen.

Bij een tekort moet je gaan bezuinigen.

Uitgaven in 3 groepen

Vaste lasten                           (huur, gas, water, licht, abonnementen)

Incidentele uitgaven         (iets kopen waar je voor hebt gespaard)

Dagelijkse uitgaven            (boodschappen, kapper)

Hoe bereken je een gemiddelde?

omrekenen naar een andere periode

Van maand naar week:                                 x 12 : 52

Van week naar maand:                                  x 52 :12

Dit moet je gebruiken, omdat er niet 4 weken in een maand zitten.

Zelfstandig werken

je gaat nu aan de slag met paragraaf 3.3