Tekstverbanden 4C

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Lezen uit je leesboek

10 minuten

in stilte

Wat gaan we vandaag doen?

Lezen uit je leesboek

Structuur van een tekst

Wat weet je nog?

Huiswerk nakijken

Verbanden in een tekst

Uitleg

Snap je het?

Opdrachten maken

Afsluiter

Structuur van een tekst

Huiswerk nakijken

Opdrachten 8 en 9

Bladzijdes 64 + 65

Huiswerk nakijken

Opdrachten 5 en 6

Bladzijdes 62 + 63

Verbanden in een tekst

A. Ik vind gedichten leuk, want ze laten me nadenken over de betekenis ervan.

B. Ik vind gedichten leuk, maar ze laten me nadenken over de betekenis ervan.

Klassikaal lezen

Bladzijdes 52 + 53

Handboek

Welk signaalwoord hoort bij:

Volgorde van tijd

1. neem nou
2. eerst
3. bovendien
4. en

Welk signaalwoord hoort bij:

Oorzaak - Gevolg

1. neem nou
2. eerst
3. bovendien
4. daardoor

Welk signaalwoord hoort bij:

Opsomming

1. verder
2. eerst
3. bovendien
4. daardoor

Welk signaalwoord hoort bij:

Tegenstelling

1. verder
2. eerst
3. neem nou
4. echter

Welk signaalwoord hoort bij:

Voorbeeld

1. verder
2. eerst
3. neem nou
4. echter

Wat is het tekstverband in dit stukje tekst?

Vandaag ga ik eerst uitslapen. Nadat ik koffie heb gedronken ga ik naar de markt. Als er nog tijd over is wil ik nog even langs oma.

1. voorbeeld
2. opsomming
3. tijdsvolgorde
4. tegenstelling

Wat is het tekstverband in dit stukje tekst?

In zijn koffer zaten allemaal spullen die niet van hem waren. Hij zag een roze haarborstel, een pruik, twee leren jassen en een boek.

1. voorbeeld
2. opsomming
3. tijdsvolgorde
4. oorzaak-gevolg

Wat is het tekstverband in dit stukje tekst?

In Europa zijn veel kleine landen te vinden. Neem nou Liechtenstein. Heb je daar weleens van gehoord?

1. voorbeeld
2. opsomming
3. tijdsvolgorde
4. tegenstelling

Wat is het tekstverband in dit stukje tekst?

Doordat wij niet goed met de Aarde omgaan, worden de zomers steeds warmer. We zouden als mens hier eens maatregelen in moeten nemen.

1. voorbeeld
2. opsomming
3. tijdsvolgorde
4. oorzaak-gevolg

Wat is het tekstverband in dit stukje tekst?

Ik zou eerst even checken of we inderdaad wel vrij zijn. Vervolgens kunnen we gaan nadenken over de te maken plannen voor die dag.

1. voorbeeld
2. opsomming
3. tijdsvolgorde
4. oorzaak-gevolg

Aan de slag!

Opdrachten 5, 6 en 7

Bladzijde 67 van je oefenboek

Gebruik ook blz. 52 + 53 van je handboek!

Alleen en in stilte

Vragen? Lees eerst nog eens de theorie uit je handboek

Klaar? Lees verder in je leesboek of ga leren

Aan de slag!

Opdrachten 3, 4 en 5

Bladzijde 59 van je oefenboek

Gebruik ook blz. 52 + 53 van je handboek!

Alleen en in stilte

Vragen? Lees eerst nog eens de theorie uit je handboek of stel je vraag aan mij.

Klaar? Lees verder in je leesboek of verder aan ander huiswerk

Afsluiter

Verzin zelf een zin met één van de tekstverbanden van blz. 52 uit je handboek.

Lezen uit je leesboek

10 minuten

in stilte

Wat gaan we vandaag doen?

Lezen uit je leesboek

Verbanden in een tekst

Wat weet je nog?

Huiswerk nakijken

Opdracht maken

Nakijken

Afsluiter

Wat weet je nog?

• Wat zijn tekstverbanden?
• Wat zijn signaalwoorden?
  
  
• Welke tekstverbanden ken je nog?

Verbanden in een tekst

Handboek

Bladzijdes 52 + 53

Huiswerk nakijken

Opdrachten 5 + 6 + 7

Bladzijde 59

Huiswerk nakijken

Opdrachten 3, 4 en 5

Bladzijde 67

Aan de slag!

Opdracht 11

Bladzijdes 68 + 69 van je oefenboek

Gebruik ook blz. 52 + 53 van je handboek!

Alleen en in stilte

Vragen? Lees eerst nog eens de theorie uit je handboek

Klaar? Lees verder uit je leesboek

Aan de slag!

Opdracht 6

Bladzijdes 60 + 61 van je oefenboek

Gebruik ook blz. 52 + 53 van je handboek!

Alleen en in stilte

Vragen? Lees eerst nog eens de theorie uit je handboek

Klaar? Vul de enquête in

Lezen uit je leesboek

10 minuten

in stilte

Wat gaan we vandaag doen?

Lezen uit je leesboek

Verbanden in een tekst

Wat weet je nog?

Opdracht nakijken

Begrijp je nu alles?

Afsluiter

Wat weet je nog?
Er zijn steeds minder speelgoedwinkels

Op steeds minder plekken in Nederland zijn er speelgoedwinkels, maar de winkels die er nog wel zijn, worden wel steeds groter. Dat hebben journalisten van de radiozender BNR uitgezocht.

Zo'n 20 jaar geleden waren er meer dan duizend speelgoedwinkels. Nu zijn het er veel minder: 571.

Wordt er dan minder speelgoed gekocht? Nee, dat is waarschijnlijk niet zo. Wel kopen veel mensen hun speelgoed bij webshops, omdat die online speelgoedwinkels meestal veel meer verschillende dingen hebben.

De journalisten hebben ook onderzocht hoe groot de speelgoedwinkels zijn. Ze kwamen erachter dat de winkels steeds groter worden. Net zoals de webshops verkopen die dus ook veel meer spullen. Het lijkt erop dat veel klanten dat belangrijk en fijn vinden.

Opdrachten 5, 6 en 7

Oefenboek blz. 66 + 67

Opdracht 11

Oefenboek blz. 68 + 69

Opdracht 6

Oefenboek blz. 60 + 61

Begrijp je nu alles?

1. Zoek vijf tekstverbanden uit (blz. 52 + 53)

2. Verzin een onderwerp waar je over wilt schrijven

3. Schrijf een verhaaltje van ongeveer 100 woorden waar je deze vijf tekstverbanden in verwerkt.

4. Zet er niet bij wat de signaalwoorden en tekstverbanden zijn!

Begrijp je nu alles?

1. Wissel van tekst met je klasgenoot.

2. Lees de tekst.

2. Onderstreep / markeer de signaalwoorden.

3. Noteer onder aan de tekst wat de tekstverbanden zijn.

4. Wissel pas van tekst als de timer is gegaan!

Wat is het verband in deze tekst?

Kinderen groeien op met moderne technologie. Dat heeft veel voordelen. Daar tegenover staat dat allerlei soorten verslaving enorm zijn toegenomen.

Wat is het verband in deze tekst?

Doordat ouders steeds meer op hun mobiel bezig zijn, hebben ze vaak niet door hoe het met hun kinderen gaat.

Wat is het verband in deze tekst?

J.K. Rowling schrijft spannende boeken, zoals Harry Potter en de Vuurbeker.

Wat is het verband in deze tekst?

Als je eerst je huiswerk maakt en het leren in stukjes opbreekt, dan kun je daarna leuke dingen doen.

Wat is het verband in deze tekst?

Het is elke dag hetzelfde liedje: om zeven uur geef je de wekker een mep en daarna slaap je nog even door. Vervolgens kom je te laat aan op je bijbaan, bij je afspraak of in de klas. Waarom wil je je altijd nog eens omdraaien wanneer de wekker gaat?

Wat is het verband in deze tekst?

Om twaalf uur komt er visite, dus begin snel met opruimen!

Wat is het verband in deze tekst?

Bastiaan wil een auto kopen, om op vakantie te gaan.

Wat is het verband in deze tekst?

Michael mag vanavond naar de bioscoop, mits hij zijn huiswerk maakt.