Dag 5

• ISK
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Woorden

Thema 10:  Uiterlijk

de jas

• kledingstuk voor buiten
• over je kleding 
• de jas - de jassen
• zin: Ik heb een nieuwe jas aan.
• zin: Mijn jas is kapot.

de jurk

• kledingstuk 
• voor vrouwen
• de jurk - de jurken
• zin: Het is feest dus ik trek een mooie jurk aan.

lelijk

• niet mooi om te zien
• niet mooi om te horen
• zin: Ik vind deze jas lelijk.
• zin: Wat een lelijke muziek.

lelijk

• lelijk <----> mooi
• zin: Ik vind deze jas lelijk.
• zin: Wat een lelijke muziek.

het lichaam

• armen, benen, hoofd, buik, rug enz. bij elkaar van mens of dier
• het lichaam - de lichamen
• zin: Haar lichaam is sterk.

het licht

• lamp
• wat je ziet van de zon
• licht <----> donker
• weinig kilo's <---> zwaar
• het licht - de lichten
• zin: 's Nachts  is het licht uit.
• zin: Doe jij het licht even aan?

de lijst

• woorden of namen die onder elkaar staan
• de lijst - de lijsten 
• zin: Ik heb een lijst met de namen van de leerlingen.

Ik heb een nieuwe jas aan.

Het is feest dus ik trek een mooie jurk aan.

Wat een lelijke muziek.

Haar lichaam is sterk.

Doe jij het licht even aan?

Ik heb een lijst met de namen van de leerlingen.

Wat is goed?

4

1. Zij haar is lang.
2. Mij haar is kort.
3. Zij haar is kort.
4. Haar haar is lang.

Wat is goed?

5

1. Ik draag een jurk.
2. Zij draagt altijd lange jurken.
3. Vandaag mooie jurk aan.
4. Wij mooie jurk dragen.

5

lelijk

Maak een goed zin met:
zij en jas

5

5

Wat hoort bij elkaar?

licht

Noem 5 woorden van de lijst
van deze week.

5

Iedereen heeft een ........ om mee te lopen.

5

1. benen
2. jas
3. lichaam
4. uiterlijk