Regeling les 1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Het zenuwstelsel

FAVAT-leerjaar 2 zenuwstelsel

Lesdoelen

• De student kent de anatomie van het zenuwstelsel
• De student kent de fysiologie van het zenuwstelsel (Begrippen: centrale zenuwstelsel, perifere zenuwstelsel, sensorische zenuwstelsel, motorische zenuwstelsel, autonoom en somatisch zenuwstelsel)
• De student kent de anatomie van de hersenen
• De student kent de fysiologie van de hersenen en de achteruitgang bij de ziekte van alzheimer.

Je rijdt op je scooter en je ziet het stoplicht op rood springen. Je remt. Beschrijf de rol van het zenuwstelsel.

• Het stoplicht springt op rood.
  
• Het oog registreert deze verandering. (Sensorisch)
• Signaal naar hersenen
  
• Hersenen 'weten' dat groen licht rood wordt.
  
• Signaal naar spieren (Motorisch)
• Spieren knijpen in de rem

Extra info sensorisch zenuwstelsel

Inwendig: honger - pijn - evenwicht etc.

Uitwendig: licht - geluid - temperatuur etc.

Waarom moet je bij een zorgvrager met een dementieel beeld zoveel mogelijk de prikkels vermijden?

Hoe kan een delier ontstaan? Kunnen de hersenen prikkels dan nog verwerken? Wat kun je doen als zorgverlener?

Het zenuwstelsel

• Zintuig registreert prikkel(Sensorisch) en maakt impuls(Motorisch).
• Zenuw brengt de prikkel naar het centrale zenuwstelsel (Sensorisch)
• Het centrale zenuwstelsel verwerkt de prikkel en start een actie, stuurt een impuls naar de spieren/klieren. (Motorisch)
• Zenuw brengt de impuls naar de spier / klier. (Motorisch)

Je ruikt een pizza en het water loopt je in de mond.

• Wat is de prikkel?

• Wat is het zintuig?
• Wat is spier/klier die in actie komt?

Verschil autonoom n somatisch zenuwstelsel

Somatisch -->Bewuste bewegingen en zintuiglijke waarneming  

Autonoom --> Onbewuste, automatische processen (hartslag, spijsvertering, speekselvorming) 

Het optillen van je arm om iets te pakken

De hartslag die versnelt tijdens het sporten

Het kauwen van je eten

De pupillen die kleiner worden bij fel licht

Het voelen van pijn als je je vingers prikt

Het plassen zonder dat je erover nadenkt

Het bewust spreken en articuleren van woorden

Het zweten bij warmte of spanning

Het bewegen van je tong om te slikken

De vertering van voedsel in je maag

Het optillen van je arm om iets te pakken

Je hartslag die versnelt tijdens het sporten

Kauwen van je eten

Spreken

Verteren van je voedsel

Zweten

Autonoom

somatisch

“Eerst leven, dan bewegen, dan voelen, dan denken.”

En daarna 'Verminderd denken, voelen, bewegen en daarna leven."

Lesdoelen

• De student kent de anatomie van het zenuwstelsel
• De student kent de fysiologie van het zenuwstelsel (Begrippen: centrale zenuwstelsel, perifere zenuwstelsel, sensorische zenuwstelsel, motorische zenuwstelsel, autonoom en somatisch zenuwstelsel)
• De student kent de anatomie van de hersenen
• De student kent de fysiologie van de hersenen en de achteruitgang bij de ziekte van alzheimer.