Leg uit hoe je actieve en passieve zinnen kunt herkennen en geef voorbeelden.
Wat is zinsvolgorde?
A
De manier waarop een zin wordt uitgesproken.
B
Een volgorde van zinnen in een tekst.
C
De betekenis van een zin.
D
De volgorde waarin de woorden in een zin staan.
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een passieve zin?
A
Een zin waarin het onderwerp en de handeling worden omgedraaid.
B
Een zin waarin het onderwerp de handeling uitvoert.
C
Een zin waarin het onderwerp niet wordt genoemd.
D
Een zin waarin het onderwerp de handeling ondergaat.
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een actieve zin?
A
Een zin waarin het onderwerp en de handeling worden omgedraaid.
B
Een zin waarin het onderwerp de handeling ondergaat.
C
Een zin waarin het onderwerp niet wordt genoemd.
D
Een zin waarin het onderwerp de handeling uitvoert.
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Oefening passieve en actieve zinnen
Wat: maak oefening 1 van je werkopdracht
Hoe: op het blaadje, zelfstandig
Tijd: 5 minuten
Hulp: aantekeningen
Klaar: wacht op de rest, in stilte
Resultaat: klassikaal bespreken
timer
5:00
Slide 11 - Diapositive
Laat de leerlingen individueel werken en geef duidelijke instructies.
Bespreken oefening
Wat: maak oefening 1 van je werkopdracht
Hoe: op het blaadje, zelfstandig
Tijd: 5 minuten
Klaar: wacht op de rest, in stilte
Resultaat: antwoorden
timer
5:00
Slide 12 - Diapositive
Laat de leerlingen individueel werken en geef duidelijke instructies.
Oefening passieve zinnen actief schrijven
Wat: schrijf de passieve zinnen van je werkblad actief
Hoe: op het blaadje, zelfstandig
Tijd: 5 minuten
Hulp: aantekeningen
Klaar: wacht op de rest, in stilte
Resultaat: klassikaal bespreken
timer
5:00
Slide 13 - Diapositive
Laat de leerlingen individueel werken en geef duidelijke instructies.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 14 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 15 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 16 - Question ouverte
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.