8.1 - Geluid maken en horen

8.1 - Geluid maken en horen
8.1 - geluid maken en horen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

8.1 - Geluid maken en horen
8.1 - geluid maken en horen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar
1. Zitten volgens plattegrond.
2. Boek, schrift, rekenmachine en pen op tafel.
8.1 - geluid maken en horen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

  • 8.1.1 Je kunt een aantal voorbeelden noemen van geluidsbronnen.
  • 8.1.2 Je kunt uitleggen hoe het geluid van een luidspreker zich verspreidt tot je oren het geluid horen.
  • 8.1.3 Je kunt uitleggen wat een tussenstof is.
  • 8.1.4 Je kunt de geluidssnelheid in lucht noemen.
  • 8.1.5 Je kunt berekeningen maken met de geluidssnelheid in lucht.
Leerdoelen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Uitleg(je) geluid, geluidsbron, tussenstof en ontvanger.
  2. Proef met bekertelefoon
  3. Proef 1 en huiswerk

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wilt neuriën terwijl je je neus dichtdrukt.
Waardoor is het onmogelijk om te neuriën met je neus dicht?
A
Je neusvleugels moeten kunnen trillen.
B
Je moet door je neus kunnen ademen.
C
Het geluid moet samen met de lucht je neus verlaten.
D
Dan bollen je wangen teveel op.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan
bij geluid?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluid bestaat uit...
A
trillingen
B
elektronen
C
botsingen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidsbron
Tussenstof
Ontvanger
Uitleg: bron, tussenstof en ontvangen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidsbronnen
Een voorwerp dat geluid maakt, noem je een geluidsbron

Geluid ontstaat door trillingen van een geluidsbron. Zoals stembanden, gitaarsnaren of de conus van een luidspreker.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
Die verplaatsing kun je vergelijken met de rimpeling in het water als je er een steentje in gooit. De plons is daarbij te vergelijken met de geluidsbron. De rimpeling in het water is het geluid dat zich verplaatst.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluidsgolven worden steeds zwakker naarmate de afstand groter wordt.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussenstof
lucht
water
metaal
geluidssnelheid is 340 m/s (1255 km/h)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Licht en geluid gaan niet even snel
De lichtsnelheid is ongeveer 300.000 km/s
Veel sneller dan het geluid (de donder). 
Want de snelheid van geluid is ongeveer 340 m/s 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HAVO - toepassing
Deze man staat voor een muur. Hij roept en na 2 seconden hoort hij zijn echo. 
Bereken hoever hij van de wand afstaat. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HAVO - toepassing
Deze man staat voor een muur. Hij roept en na 2 seconden hoort hij zijn echo. 
Bereken hoever hij van de wand afstaat. 

1. v = 340 m/s en t = 2 s
2. s = ?
3. s = v · t 
4. s = 340 · 2 = 680 m 
5. De afstand heen en weer is 680 m dus hij staat op 340 m afstand van de muur.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontvanger: Geluid horen - klas 1
Gehoorbeentjes
Gehoorgang
Slakkenhuis
Trommelvlies
1

Slide 19 - Diapositive

Deze als optie. In de les doen om te delen met leerlingen. Hoeven ze niet te kennen namelijk.
Geluidsbron
Tussenstof
Ontvanger
Uitleg: bron, tussenstof en ontvangen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wilt neuriën terwijl je je neus dichtdrukt.
Waardoor is het onmogelijk om te neuriën met je neus dicht?
A
Je neusvleugels moeten kunnen trillen.
B
Je moet door je neus kunnen ademen.
C
Het geluid moet samen met de lucht je neus verlaten.
D
Dan bollen je wangen teveel op.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de bekertjestelefoon doen we in de volgende les.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1
2
3
Bekertjestelefoon
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1
Bekertjestelefoon - 1
2

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1
2
3
Bekertjestelefoon - 2

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1
2
Bekertjestelefoon - 3

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

en dan nu ...
  • In tweetallen uitvoeren van proef bekertelefoon en proef 1 
  • Daarna huiswerk maken opdracht 1 t/m 13

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
2B:
2C: 
  • Maken en nakijken §8.1
  • Opdracht 1 t/m 10

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions